Verhaal

Istvan Balint kwam als Palestina pionier (hachshara)  in Twente  in contact met de Nederlandse Zionistische jongeren uit Twente en de Gelderse Achterhoek. Zo leerde hij Wilhelmina Esther (Mien) Zion uit Eibergen kennen. Het tweetal werd verliefd en besloot in ondertrouw te gaan. Dat gebeurde op 24 augustus 1942 in Eibergen (zie bijgaand document). Dit document vraagt toestemming voor dit huwelijk aan  de Hongaarse autoriteiten.

Heel snel na hun ondertrouw zijn zowel Mien als Istvan gaan onderduiken. Mien kwam terecht bij dominee Koers, religieuze leider en verzetsman binnen de Gereformeerde kerk in Eibergen. Istvan kreeg een plaats in het nabije dorp Neede op de boerderij van de familie Kottelenberg, samen met Mien's broer Julius Jacob. Vanaf januari 1943 verbleven ook Mien's zuster Johanna en haar nieuwe  baby Maxje daar. 

Bij Kottelenberg is  tijdens de razzia in Eibergen op 28 maart 1943 verraad gepleegd. Istvan en Juul zaten verborgen in een tunnel, die onder de keukentafel naar het kippenhok was gegraven.  Maar toen de jonge moeder Johanna Rosenbaum-Zion werd ontdekt met haar babietje Max, werd ook de geheime tunnel onder de keukentafel ontdekt. De Duitsers schoten in deze tunnel en Istvan kwam tevoorschijn. Juul zat verder weg in de tunnel en ontsnapte later via het kippenhok naar buiten, waar hij na omwegen een veilige onderduikplaats kreeg met zijn zusters Mien en Frieda bij de famile Mateman in Eibergen, tot het einde van de oorlog.

Istvan, Johanna en de baby werden gepakt tijdens de overval bij Kottelenberg en vervoerd naar het politiebureau in Neede. Daar werden drie Joden ingeschreven.  De echtgenote van de plaatselijke dominee Meima heeft verwoede pogingen gedaan de baby van Jo vrij te krijgen. Maar de politieagent vertelde haar : "Er zijn drie Joden binnen gebracht. Ik kan niet zomaar alleen twee Joden overgeven aan de Duitsers."

Istvan Balint, Johanna Rosenbaum-Zion en twee maanden oude Max Rosenbaum zijn  via de strafbarak in Westerbork de eerstvolgende dinsdag doorgestuurd naar Sobibor, waar ze op 13 april 1943 zijn vergast.