Verhaal

Het Nederlandsch Israëlitisch Seminarium (N.I.S.) te Amsterdam

Bron: De Joodsche Prins van 22 augustus 1912, blz. 42 (via het IISG).

Door: Frits Slicht

1708 - 1912

Het N.I.S. is met recht bekend als dé Rabbijnenschool van het Nederlands orthodoxe Jodendom. Aldus begint een kort artikel over dit al zeer oude instituut. Want het werd al in 1708 opgericht door de beroemde rabbijn Arjé Jehudah Kalisch. De toenmalige naam was: "Saädath Bachoeriem" wat staat voor Steun der Jongelingen. Ruim 100 jaar later, in 1839 om precies te zijn kreeg de instelling een ruime schenking, een huis, van David Hollander. Zo ontstond een leerschool waar zij die hun geloofsgenoten wilden bijstaan in hun geestelijke belangen konden worden opgeleid.

Bron: De Geïllusrtreerde Joodsche Post van 3 maart 1921, blz. 130-131. (Via het IISG).

Foto: Herman Kisch.

 

In het artikel worden twee leraren uit de 19e eeuw met naam genoemd: Akiba Lehren en S.I. Mulder. Een echte leerschool was het eigenlijk niet volgens de (onbekende) schrijver van het artikel. Naast de gebruikelijke religieuze lessen werden er ook profane wetenschappen bestudeerd.
De lessen werden in het 'Joodsch-Duitsch' gegeven en daardoor, aldus de schrijver, had het wel iets weg van een Poolse 'Jeschiwe'.

De onvergetelijke J.H. DÜnner. Gevonden via Wikipedia.


Daaraan kwam verandering met de komst van 'de onvergetelijke' J.H. Dünner. Met zijn benoeming tot Rector zou er veel veranderen. Met recht wordt hij geroemd om zijn organisatie (reorganisatie) talent.
Vanaf zijn komst zou er een inrichting komen met een hoogstaand leerprogramma.

Bron: De Geïllusrtreerde Joodsche Post van 3 maart 1921, blz. 130-131. (Via het IISG).

Bron: De Geïllusrtreerde Joodsche Post van 3 maart 1921, blz. 130-131. (Via het IISG).

Bron: De Geïllusrtreerde Joodsche Post van 3 maart 1921, blz. 130-131. (Via het IISG).

Er kwamen verschillende docenten voor verschillende vakken. Er werd in de Hebreeuwse en in de profane wetenschappen onderwezen. Praktisch alle in Nederland ‘benodigde’ Joodse geestelijken zouden hier hun opleiding verkrijgen. Maar niet alleen zij, ook de godsdienstonderwijzers studeerden aan het N.I.S.
Het onderwijs in 'de lagere afdeling' bevat alle vakken die ook op het gymnasium werden onderwezen.
In 1911 is de heer Dünner overleden. Na een 'interregnum' van ongeveer een half jaar is de heer Ph.J.B. Gobits benoemd tot rector.

Bron: De Joodsche Prins van 22 augustus 1912 (IISG).

Zijn roem als denker en veelzijdig geleerde maakte dat hij na een korte kandidaatsstelling werd benoemd.
Het artikel besluit met de opmerking dat het niet zeker is of het oude gebouw van het N.I.S. aan de Rapenburgerstraat zal worden vervangen door een nieuwer gebouw.
De Opperrabbijn van Gelderland, de heer L.A. Wagenaar, heeft daarvoor al een bedrag geschonken.