Scheerzeep? Op 10 maart 1942 werd bij de Brigadier Rechercheur van Politie P. Bekking aangifte gedaan van een bijzondere diefstal. Deze Brigadier behoorde tot de 7e sectie, 1e afdeling (beter bekend als Bureau Linnaeusstraat).
Zo op het eerste oog lijkt de diefstal nogal ‘klein’. Het gaat namelijk om scheerzeep van het merk Rédelé. In totaal zijn er twee en een half dozijn stukken scheerzeep gestolen. Je moet daarbij ook bedenken dat scheerzeep al lange tijd op de zogenaamde distributielijst stond.
Zeepfabriek Redelé (1847-1968) aan de Kanaalstraat produceerde allerhande zepen; van medicinale zeep, toiletzeep en geparfumeerde dameszeepjes tot scheerzeep.
De inbraak
Bekendmaking in een vermaard dagblad, De Telegraaf, dat er speciale markten voor Joden zijn. Bron: Joods Historisch Museum.
De diefstal was gepleegd door inbraak in het kantoortje van de Joodsche Markt aan de Joubertstraat. De ontvreemde goederen lagen in dit kantoortje opgeslagen. De diefstal is gepleegd door het verbreken van een glasruit aan de buitenzijde van het gebouw waarin zich het kantoortje bevond. Daarna is door ‘binnenbraak’ de toegang tot bedoeld kantoortje verschaft. De Brigadier meldt: ‘tot op heden zijn geen daders aangehouden, noch zijn de ontvreemde goederen opgespoord kunnen worden’.
Deze marktkaart werd speciaal afgegeven voor de Joodse Markt in de Joubertstraat. Hieronder een foto (uitvergroot) van Samson Overste en zijn vrouw Mina Overste-Lisser. Bron: Marktkaarten GAA.
Aangifte
De aangifte van de diefstal werd overigens gedaan door Samson Overste. Samson Overste was toen 41 jaar oud en koopman van beroep. Hij woonde in de Smitstraat 12 één hoog. Later (20 maart 1942) blijkt dat er niet alleen scheerzeep is gestolen. Er bleek naderhand ook nog één gros kaartjes stopwol, in diverse kleuren, gestolen te zijn.
Verkoopplaats van aardappelen bij vriezend weer. Het Joodsche weekblad : uitgave van den Joodschen Raad voor Amsterdam. Bron: Historische kranten, KB. 
Slotzin
Bij het ingestelde onderzoek zijn geen feiten of omstandigheden naar voren gekomen die het vermoeden zouden kunnen wettigen, dat de diefstal niet zou zijn gepleegd.