Verhaal

Het tragisch lot van mijn tante - de zus van mijn vader - Christina Adriana (Tine) van Kuik (1912 Rotterdam)

Portretfoto van tante Catharina Adriana (Tine) van Kuik (1912 Rotterdam -1945 Auschwitz)

Het lot van mijn tante - de zus van mijn vader - Christina Adriana (Tine) van Kuik (1912) was tragisch in meer dan één opzicht.

Onder de Duitse bezetting in 1943, wist Tine (als niet-Joodse) samen met haar gehuwde Joodse werkgever Jacques Wolfgang (Jaap) Hakker (1891) - hij noemde zichzelf Hakkert - , vioolbouwer en directeur van NV ENSEC, de Eerste Nederlandsche Snaren- en Catgutfabriek – Hakkert uit Rotterdam naar Mechelen (België) te ontkomen.

Met behulp van valse papieren - als vormden zij het getrouwde stel “Marianne Vanderborghe / Georges Panier” - zouden zij plannen hebben gesmeed om te ontsnappen naar het neutrale Zwitserland. 

Reeds eerder op 14 juli 1942 waren Elizabeth Marianne (Bep) Kupferschmiedt-Hakker (1917-2005) - de oudste dochter van Jacques - en haar man Hermann Hirsch Kupferschmiedt (1908-1978), onder begeleiding van Tine (Kuyk!) naar station HS in Den Haag gebracht, vanwaar Bep en Hermann aan hun hachelijke vlucht naar Zwitserland zijn begonnen. 

In Nederland werd het dragen van de Jodenster op 9 mei 1942 verplicht gesteld; aangenomen moet dan ook worden dat men van jassen verwisseld heeft. Tine heeft daarbij zeker een belangrijke rol gespeeld.

Bep en Hermann zijn pas op 9 of 10 september 1942 illegaal Zwitserland binnen gekomen en daar gearresteerd door de Zwitserse Politie. 

De vrouw van Jacques, Rachel Hakker-Zwarenstein (1887) en hun jongste gehandicapte dochter Philippine (Pien) Hakker (1919) werden op 21 september 1943 op hun onderduikadres in Driebergen verraden door de plaatselijke bevolking en gearresteerd door de S.D., overgebracht en gevangengezet in Scheveningen. Nadat zij naar Kamp Westerbork vervoerd werden, zijn beiden een maand later vergast in Auschwitz (Polen) op 22 oktober 1943. 

Tine en Jacques werden gearresteerd in Mechelen (België) op 19 mei 1944, minder dan vier maanden voor de bevrijding en ondergebracht in Kazerne Dossin . Beiden werden naar Auschwitz (Polen) gedeporteerd, waar Jacques reeds op de dag van aankomst op 22 mei 1944 op 52–jarige leeftijd ter dood werd gebracht. 

Tine (alias “Kristine Hakkert, Christine Wachert”, gevangenennummer 5276) bezweek op 27 februari 1945 aan hongeroedeem in het kampziekenhuis “Szpital Obozowy” in Oświęcim - slechts 33 jaar oud -  na de bevrijding van kamp Auschwitz door het Rode Sovjetleger op 27 januari 1945.  

Bronnen: o.a. archieven gemeenten Rotterdam en Den Haag, Polski Czerwony Krzyz, The State Museum Auschwitz-Birkenau in Oświęcim, inlichtingen van J.F. van Kuik (1876), van Joh.F. van Kuik (1906), van Prof. Uri M. Kupferschmidt (1945).

                                                                                                         Frans van Kuik