Verhaal

Huldiging Mr. Waugh in Giethoorn en Steenwijk - En de tragiek van Martha Culp

Door: Teun

De feestelijke optocht...

Op maandag 12 augustus 1935 ‘s middags verwelkomt toenmalig burgemeester Voetelink van Giethoorn zijn ambtsgenoot Waugh van het Australische Albury. In deze plaats maakte de Uiver tijdens de MacRobertson Londen - Melbourne luchtrace (die werd georganiseerd om het eeuwfeest van Melbourne te vieren; de race duurde van 20 tot 24 oktober 1934). Door het slechte weer werd de piloot tijdens de laatste fase van de race genoodzaakt tot een noodlanding van de Uiver op de paardenrenbaan van Albury. Dit lukte na een oproep van het plaatselijke radiostation aan automobilisten om de renbaan met hun koplichten te verlichten. Hierin speelde Waugh een grote rol. Nederland was opgelucht. Waugh kreeg zoveel dankbetuigingen, dat hij besloot met zijn echtgenote naar Nederland te komen. Het echtpaar kreeg van de KLM een rondtocht door ons land aangeboden. Daarbij deden zij zowel Giethoorn als Steenwijk aan. In Giethoorn stapten de gasten de punter in en maakten een rondvaart. In de avonduren werd Steenwijk aangedaan. Hier bestond het ontvangstcomité in Ramswoerhte uit onder anderen burgemeester Goeman Borgesius en mejuffrouw Culp. Bij het gemeentehuis werden de Australische gasten op grootse wijze ingehaald en gehuldigd. De twee muziekkorpsen die Steenwijk rijk was voerden het defilé aan en de deelname hieraan was enorm. De Opregte Steenwijker Courant schatte het aantal op 1300 jeugdigen. Even zo groot was de publieke belangstelling. Aan het gejuich en hoerageroep kwam geen eind en toen tenslotte ook het publiek mee ging lopen werd de situatie wat precair en begaven de gasten zich binnensgemeentehuis om vanachter de ramen de menigte toe te wuiven. De muziek trok naar de Markt waar de jeugd rondedansen maakte, omstuwd door een dichte haag van belangstellende toeschouwers. In de stad klonk nog lang de muziek en trokken velen in optocht door de bevlagde en extra verlichte straten, tot dat tegen half twaalf de rust terugkeerde en de stad lag te dromen alsof er die dag niets gebeurd was, aldus de Opregte.
Ondertussen was het gezelschap naar de woning van de familie Culp getrokken om daar te dineren. De Australiërs overnachtten in hotel Wieringa. De volgende dag werd Sneek, Leeuwarden en Groningen bezocht. Ook mejuffrouw Culp maakte als gast deze tocht mee.


Mejuffrouw Culp had een voornaam: Martha. Martha was een kleindochter van de plaatselijke rabbijn Wolf Stokvis en toentertijd muzieklerares. Ook gaf zij danslessen. Martha had er voor gezorgd dat Steenwijk in het bezoekschema van de Waughs werd opgenomen. Martha woonde aan de Noordersingel 23. In 1935 was zij 28 jaar geworden.

Negen jaar later was haar levenseinde. Op 31 oktober 1944 stierf zij als gevolg van uitputting in Auschwitz-Birkenau. Martha viel in januari 1943 in handen van de nazi’s, toen de joodse psychiatrische inrichting Apeldoornsche Bosch waar zij toen werkte, ontruimd werd en patiënten onder de meest mensonterende en gewelddadige wijze werden afgevoerd naar Auschwitz. De meesten daarvan werden direct na aankomst vergast of levend verbrand. Het personeel kreeg een ietwat betere ‘behandeling’. Zij reisden in een aparte wagon richting oosten. Martha werd geselecteerd te werken. Of ze uiteindelijk beter af geweest is dan de patiënten? Haar sterven werd een lijdensweg van anderhalf jaar en staat beschreven in het boek van Anita Mayer Als ik Hitler maar kan overleven. Anita Mayer beschrijft in dit boek de ontberingen en vernederingen die zij en andere vrouwelijke tewerkgestelden hebben ondergaan. Martha en de auteur bleken achternichten  te zijn, zo ontdekten zij dat van elkaar in Auschwitz-Birkenau. “(…)We praatten wat over onze families, maar het was niet de plaats, noch de tijd voor zulke herinneringen. Toch had ik iemand gevonden die familie van me was, een achternicht. Ze was klein en tenger; ze zei tegen me dat ze dacht niet lang meer te zullen leven, zelfs niet een paar weken. Toen we van onze tweede tocht naar de douches terugkwamen, liep ze naar me toe om te zeggen, dat ze dacht dat haar tijd gekomen was. Ze wilde in een rij naast mij staan gedurende het appel voor het geval ze zou sterven, nadat het brood uitgedeeld was. Ze wilde dat ik haar portie kreeg, voor iemand anders de kans kreeg om het te stelen. Ik probeerde haar te verzekeren dat ze nog niet zou sterven, maar ze leek erg zwak. Een paar minuten nadat ze haar brood had gekregen, viel ze dood neer. Dat ik niet in staat was me over haar te buigen om ook maar enige blijk van menselijke deernis te geven, was onverdraaglijk, maar ik kon onmogelijk bewegen. De nazi's waren niet tevreden. Gedurende het appel schoten de SS’ers tussen de rijen vrouwen door, roepend dat ze zeker wilden weten of de rijen volkomen recht waren. We moesten onze lichamen naar voren en naar achteren manoeuvreren om niet door een van de langs schietende kogels geraakt te worden. Na het appel werden de lichamen van hen die gestorven waren op een kar geladen en weggebracht.”


Martha is 37 jaar geworden. Waaraan had zij dit levenseinde verdiend?

Alle rechten voorbehouden

Media bestand