Wolf Pijpeman was een zoon van Hartog Pijpeman en Sara van der Sluis. Hij was een koopman in sponzen. Op 25 September 1901 trouwde hij in Rotterdam met Roosje Trijtel, een dochter van Hartog Samuel Trijtel en Hester Brandel. Het echtpaar kreeg 8 kinderen, t.w. Hartog, Samuel Hartog, Meijer, Joseph, Sara, Jacob, Philip en Abraham. Alleen Sara heeft de Holocaust overleefd. Zijn vrouw Roosje Trijtel overleed in Rotterdam op 17 Octboer 1926 maar hijzelf en al zijn zonen zijn tijdens de Sjoa vermoord.
Na het overlijden van zijn vrouw in 1926, woonde Wolf Pijpeman op diverse adressen in Rotterdam: per 19 Februari 1927 in de Trouwsteeg 13b, per 10 Januari 1935 in de Mauritsstraat 10 4e, vervolgens in de Vriendenlaan, de Warmoezeniersstraat, de Adrianastraat 38a en per 26 October 1940 in de C.P. Tielestraat 12 (Noodtehuis)
Wolf Pijpeman werd bij aankomst in Auschwitz op 19 October 1942 vermoord, nadat hij vanuit Westerbork op 16 October 1942 werd gedeporteerd. Zijn dood is vastgelegd in de overlijdensakte 459 uit het overlijdensregister van Rotterdam, 1951, v1-078.
Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Wolf Pijpeman; website www.wiewaswie.nl; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Wolf Pypeman (met y ipv ij) en het overlijdensregister 1951 van Rotterdam.