Biografie

Een brief over het lot van Manuel Chasler en zijn vrouw Bellina Davidoff.

Een vertaling van de inhoud van de brief van de Britse ambassade in Moskou van 11 Augustus 1945 aan Miss Jane Chasler in Londen, dochter van Manuel en Bellina Chasler, broer van Henry Chasler en tante van Leslie Chasler, eveneens uit Londen, geschreven door de ambassade secretaris Mr. T.C. Sharman.
De originele Engelse tekst van deze brief is te lezen in de fotocarrousel.

Mevrouw,

N.a.v. uw brief van 21 Maart betreffende de verblijfplaats van uw ouders, stuitte ik onlangs op een onverwachte informatiebron.

In Woznessenka, Akmolenski Oblast, woonde een Engelse vrouw, die in Rotterdam gehuwd was met een Russisch onderdaan. Omdat onder de Russische wet een vrouw niet automatisch de nationaliteit van haar man verkrijgt, bleef zij haar Engelse nationaliteit behouden, en hebben wij haar onlangs gerepatriëerd naar het Verenigd Koninkrijk.

Omdat uw zaak nog vers in ons geheugen zat, hebben wij Mrs. Lifschitz gevraagd of er misschien kans was dat zij iets zou weten over de verblijfplaats van uw ouders, mede omdat Mrs. Lifschitz in 1941 óók door de Duitsers in Rotterdam was gearresteerd en zij ongeveer ter zelfde tijd óók in Istanbul was, net als uw ouders. Mrs. Lifschitz kende hen, maar het spijt mij u te moeten informeren dat haar nieuws bijzonder treurig blijkt te zijn.

Mrs. Lifschitz vertelde dat zij samen was met uw ouders, vanaf de eerste dag van de Duits-Russische oorlog. Zij verbleven 8 dagen in een kamp in Holland, werden vervolgens naar Berlijn gestuurd voor één dag en van daar kwamen zij via Istanbul aan in de Sovjet Unie.

Toen zij op 27 Juli 1941 in Leninakan (Armenië)  aankwamen, werden zij door de N.K.V.D. gearresteerd. Op 29 Juli 1941 werd uw vader voor het laatst gezien in Jerivan (de hoofdstad van Sovjet Armenië) waar hij opnieuw door de N.K.V.D. werd gearresteerd.  Sindsdien is hij nooit meer gezien. Mrs. Lifschitz en Mrs. Chasler, in gezelschap van andere vrouwen en kinderen, werden in December 1941 naar Siberië gestuurd. Uw moeder overleed daar in een ziekenhuis in Augustus 1942 en Mrs. Lifschitz heeft haar begraven.

Mrs. Lifschitz vertelde mij  dat alle mannen gescheiden werden van de vrouwen en kinderen en een tijdje  niet wist wat er met haar echtgenoot gebeurde. Zij geloofde  dat hij voor een rechtbank  werd gebracht,  veroordeeld werd en naar een kamp in het noorden werd gestuurd.  Uw vader zou daarom mogelijk nog in leven kunnen zijn.

Omdat Mrs. Lifschitz in leven is, zou het mogelijk zijn dat indien en wanneer haar echtgenoot ook vrij is, hij naar déze ambassade zou kunnen schrijven om navraag doen naar zijn vrouw. Als hij dat zou doen, dan kunnen wij hem vragen of hij iets weet over het lot van Mr. Chasler. Daarom zou ik willen voorstellen, in het geval dat wij geen nieuws voor u hebben, dat u ongeveer ééns per jaar deze ambassade aanschrijft onder verwijzing naar deze brief. (Ref.3CHa.4/45)

Accepteert u mijn oprechte medeleven met uw situatie.

Getekend T.C. Sharman, secretaris.

 

PS:  N.K.V.D is een afkorting van "Volkscommissiariaat voor Binnenlandse Zaken" en wordt gebruikt als betekenis om de Speciale Politieafdeling van dat ministerie aan te duiden.

De bovenstaande informatie werd per telegram ontvangen uit Stockholm, waar Mrs. Lifschitz op 9 Augustus (1945) verbleef. Het is haar bekend dat zij zich op de Consulaire Afdeling  van het Ministerie van Buitenlandse Zaken op 3, Cleveland Row, W.I, moet melden en als u met haar in contact wilt komen, raad ik u aan om de Consulaire Afdeling van uw wens  op de hoogte stelt onder verwijzing van mijn brief 7/45 van 13 Augustus (1945).  

 

Alle rechten voorbehouden