Wolf Gaarkeuken, geboren in Haarlem, was een zoon van Magiel Gaarkeuken en Grietje van Hessen. Hij trouwde op 14 October 1891 in Haarlem met Marianne Keizer, geboren in Leeuwarden als dochter van Nathan Philip Keizer en Judik Izak Dwingersma. Het echtpaar kreeg zes kinderen, t.w. Judik, Grietje, Roosje, Sara, Naatje en Machiel. Alleen Sara heeft de Holocaust overleefd. Alle andere kinderen en hun ouders zijn in de Sjoa vermoord.
Wolf Gaarkeuken kwam uit een gezin waarin totaal elf kinderen werden geboren: drie kinderen werden doodgeboren, in 1872, 1873 en 1875. Een zoontje Izaak overleed in 1874, zes maanden oud. Twee dochters, t.w. Roosje, Naatje en een zoon Marcus waren al voor de oorlog overleden (resp. in 1937, 1934 en 1926) en één zoon, Simon overleed in Haarlem tijdens de oorlog. Drie kinderen Gaarkeuken werden tijdens de Sjoa vermoord; dat waren Wolf zelf, zijn zuster Elisabeth en broer Salomon.
Wolf Gaarkeuken werd samen met zijn vrouw Marianne Keizer naar Kamp Westerbork afgevoerd op 23 Februari 1943. Zij verbleven in barak 55 tot 2 Maart en werden toen beiden op transport gesteld naar Sobibor, waar zij bij aankomst op 5 Maart 1943 onmiddellijk werden vermoord.
Website www.wiewaswie.nl; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Wolf Gaarkeuken, Marianne Gaarkeuken-Keizer, Sara Gaarkeuken en Grietje, Judik, Roosje, Naatje en Machiel Gaarkeuken.