Jacob Cohen de Heer uit Dordrecht was een zoon van Jacob Cohen de Heer en Grietje Spetter. Hij huwde Alida Betsi van Witsen, een dochter van Salomon van Witsen en Rosetta Roos op 22 Mei 1907 in Rotterdam. Het echtpaar kreeg drie kinderen, t.w. Grietje Rosa in 1908, Rosetta in 1910 en Jacob in 1912. Jacob’s echtgenote Alida Betsi overleed echter op 26 Mei 1927 en werd begraven op de Joodse Begraafplaats Toepad in Rotterdam.
Jacob Cohen de Heer woonde in Rotterdam op de Insulindeweg 24 en werd van zijn woonadres afgevoerd naar Kamp Westerbork en op 12 October 1942 gedeporteerd naar Auschwitz, waar hij bij aankomst op 15 October 1942 onmiddellijk werd vermoord.
Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Jacob Cohen de Heer; website www.wiewaswie.nl, geboortes van Grietje Rosa, Rosetta en Jacob; website www.hetstenenarchief.nl/grafsteen Aldia Betsi van Witsen en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van weduwnaar Jacob Cohen de Heer, zijn kinderen Grietje Rosa, Rosetta en het gezin Jacob Cohen de Heer en Sientje van der Sluijs met hun zoontje Jacob en een toevoeging van een bezoeker van de website.