Benedictus Sanders, zoon van Abraham Sanders en Esther Fransman, was op 24 Augustus 1921 in Rotterdam gehuwd met Sara Boeki, dochter van Azor Boeki en Johanna Bronkhorst. Vanaf 2 November 1940 woonde hij met zijn gezin in de Heemraadstraat 5a in Rotterdam en vanaf 1941 in de Van Houtenstraat 26 a, waar in dat jaar ook zijn schoonvader Azor Boeki kwam inwonen.
Benedictus en Sara kregen twee dochters, t.w. Esther in 1921 en Johanna in 1926 (roepnaam Jopie). Esther, die op 27 Mei 1940 gehuwd was met Louis Bremer en twee kleine kinderen had, woonde op de Nieuwe Binnenweg 196b in Rotterdam. Zij is met haar man en kinderen in de Sjoa vermoord. Ook haar zus Johanna, die nog thuis woonde in de Van Houtenstraat 26a is in de Sjoa vermoord, net als haar ouders.
Benedictus Sanders werd als strafgeval vanuit Rotterdam afgevoerd naar Kamp Amersfoort en “volgens lijst 0160” op 16 Juli 1942 op transport gesteld “richting Auschwitz”. Volgens aantekening op zijn registratiekaart van de Joodse Raad is hij op 17 of 18 Augustus 1942 in Auschwitz overleden (lijst 643 pagina 20).
Zijn vrouw Sara Boeki werd vanuit Kamp Westerbork samen met haar dochter Johanna op 20 oktober 1942 naar Auschwitz gedeporteerd waar Johanna na enkele dagen na aankomst aldaar, op 26 October om het leven werd gebracht. Sara Sanders-Boeki echter werd daar "pas" op 5 oktober vermoord.
Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten van Benedictus Sanders en Louis Bremer website www.wiewaswie.nl en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Benedictus Sanders, Sara Sanders-Boeki, Johanna Sanders.