Sara Cohen was een dochter van Izak Cohen en Hanna Meijer Smeer. Zij trouwde op 24 October 1897 in Zaandam met Azor Smeer uit Heerenveen, een zoon van Meijer Nathan Smeer en Leentje Wolfs. Het echtpaar kreeg vijf kinderen, t.w. Meijer in 1898, Izak in 1902, Jacob in 1904, Leentje in 1910 en Louis in 1918. Alle vijf de kinderen zijn tijdens de Holocaust vermoord.
Na hun huwelijk wonen Sara en Azor in de Korte Keizersstraat 13 in Amsterdam. In Amsterdam verhuizen zij nogal frequent, zij trekken zelfs naar Duisburg en ook naar Den Haag:
op 11 December 1897 verhuizen zij naar de Kleersloot 10 in Amsterdam;
op 12 Februari 1907 naar de Korte Keizersdwarsstraat 4;
op 6 Mei 1907 naar de Korte Keizersstrat 4;
op 9 April 1910 naar de Lange Houtstraat 44;
op 6 December 1911 vertrok Azor Smeer met Sara naar Duisburg, van waar zij
op 2 April 1927 terugkeren en wonen in de Ternatestraat 13 in Amsterdam.
op 5 September verhuizen zij naar de Sumatrastraat 129 ;
op 28 December 1929 gaan zij naar de Bonisstraat 16.
op 16 September 1932 wonen zij op de Nieuwe Achtergracht 107;
op 3 September 1934 verhuizen zij naar Den Haag, Van Musschenbroekstraat 157.
op 7 Maart 1935 keren zij weer terug naar Amsterdamse Lepelkruisstraat 7.
op 5 December 1935, vertrekken zij naar de 2e Oosterparkstraat 27, en
op 13 Juli 1936 naar de 2e van Swindenstraat 53 hs.
Op 1 Februari 1938 sterft Sara’s echtgenoot Azor Smeer, 73 jaar oud. Hij is begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen.
Na de dood van haar man verhuist Sara op 9 Mei 1938 opnieuw naar Den Haag, waar zij tot Februari 1939 bij haar dochter Leentje woont in de Antheuniusstraat 16, die in Juni 1934 met haar man Emanuel Neter is verhuisd naar Den Haag. daar woonden zij eerst in de Albert Piersonlaan 114 en in Maart 1938 trokken zij naar de Antheuniusstraat 16. Ook Sara’s ongehuwde zoon Meijer, die vanaf 1937 weer bij haar inwoonde, verhuist met haar mee naar den Haag.
Op 22 Februari 1939 keren Sara en haa zoon Meijer terug in Amsterdam en wonen dan in de Leeuwenhoekstraat 2, maar na een half jaar, op 13 November 1939 verhuist zij naar de Nieuwe Achtergracht 57 I, eveneens in Amsterdam en haar zoon naar de Nieuwe Achtergracht 57 III.
Op 29 Januari 1941 trouwt Sara Cohen voor de tweede keer met Isaac Sluijter, de weduwnaar van Roosje Presser (overleden in Maart 1938). Hij was een zoon van Wolf Sluijter en Catharina Koopman. Isaac Sluijter kwam al op 6 Februari 1940 inwonen bij Sara Cohen op de Nieuwe Achtergracht 57 I. Beiden zijn vanuit Westerbork op 23 Maart 1943 gedeporteerd naar Sobibor waar zij bij aankomst op 26 Maart 1943 onmiddellijk zijn vermoord.
Stadsarchief Amsterdam, o.a. archiefkaart Sara Cohen, gezinskaart van Azor Smeer, archiefkaart van Isaac Sluijter; Gemeente Archief Den Haag, gezinskaart van Azor Smeer; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van o.a. Sara Sluijter-Cohen en Isaac Sluijter.