Verhaal

Debora Eva (Dodo) Zellermajer

Debora Eva (Dodo) Zellermajer wordt op 15 januari 1930 in Eupen, België geboren. Haar vader is vanuit Berlijn naar België gekomen en trouwt er met Sara Anysch. Van haar moeder weten we slechts dat ze voor haar huwelijk op een bank werkzaam was en is overleden toen Dodo nog een heel klein meisje was. Dodo is waarschijnlijk vernoemd naar haar grootmoeder van vaderskant, Deborah Chajem. 

Met haar vader gaat Dodo naar Nijmegen. Wanneer hij daar op 22 oktober 1934 hertrouwt met Johanna Lukassen groeit Dodo met haar (half)zusje Claire (18 januari 1934) op in het gezin Zellermajer-Lukassen. Rond 1939 vertrekt de familie, mede door het opkomend antisemitisme lopen de inkomsten van zijn Leerbedrijf -de Nijmeegsche Leder Centrale- ernstig terug, naar Den Haag. Haar ouders beginnen er een hotel, Hotel Lucas, in Rijnstraat 5 en 8, tegenover het Staatsspoor. Op 12 februari 1943 wordt haar (half)zusje Loesje er geboren. 

Dodo gaat, met behulp van vervalste papieren, naar school; de Lagere School en de MULO aan de Haagse Paulinastraat en heeft er vriendinnen. Samen met Claire brengt ze de zomervakantie vaak door in vakantie- kolonies.

Juli 1944 worden Dodo en haar vader thuis gearresteerd en vanuit de gevangenis in Arnhem komt ze via het Joods Ziekenhuis naar Westerbork (22 juli 1944). Haar moeder, Hans, vertelt in haar herinneringen hierover.  Dodo is gelijktijdig met haar vader in Westerbork. Zoals ze zelf schrijft vanuit Westerbork, op met potlood geschreven briefjes, aan haar moeder, verblijft zij in barak 35 en haar vader in de strafbarak. 

Tien dagen nadat haar vader van Westerbork naar Auschwitz is gedeporteerd, vertrekt Dodo met transport 102 naar Bergen-Belsen. Daar sterft ze op 4 april 1945 aan vlektyfus. Ze is dan 15 jaar. (Op 15 april 1945 wordt Bergen-Belsen bevrijd)

Bron: Privé-collectie