Grietje Kropveld – Gans is geboren op 12 februari 1870 in Woerden. Ze was gehuwd met David Salomon Kropveld. Haar echtgenoot was commissionair. Het gezin verhuisde daardoor vaak en woonde kort in verschillende plaatsen in het land. Haar dochter Keetje vertelde dat Grietje Kropveld vaak met haar man meereisde, vooral wanneer hij op Sjabbat niet thuis zou zijn. De huishouding was traditioneel, zo hield de moeder vast aan het kasjroet.
David rookte nog wel eens een sigaartje op sjabbat. Het gebeurde regelmatig dat Grietje met hem op pad was. Hun negen kinderen werden op verschillende plaatsen in Nederland geboren: Groningen, Nijmegen, Amsterdam. Hun namen waren Alida en Israël (1892), Samuel (1894), Betje (1896), Saartje (1898), Klaartje (1899), Keetje (1902), Jetje (1904) en Mietje (1908). Grietje zag erop toe dat haar man op Sjabbat niet reisde en niet afrekende.
Ze stond erop dat hij op vrijdagmiddag, voor het aanbreken van de Sjabbat, weer thuis was. Wanneer Grietje op vrijdagavond dan alles klaar had, de maaltijd voor de vrijdagavond en de Sjabbatmaaltijden, stak ze de Sjabbatkaarsen aan en sprak zij de dankzegging uit. Na de maaltijd op vrijdagavond werd er gezamenlijk gebensjt. David droeg dan een keppeltje op het hoofd. Overdag had hij altijd een gewone hoed op. In 1917 overleed David Kropveld.
In het begin van de oorlog woonde Grietje op de Lepelstraat 7 II in Amsterdam. Ze woonde daar samen met Sara Pais – Visschraper. Later verhuist ze naar een Joods particulier bejaardenhuis.Op een vrijdagavond, ze zou 's avonds bij haar dochter Keetje eten, ging ze boodschappen doen op de Zwanenburgerwal. Ze kwam terug en wilde haar brood ophalen. Toen ze vlak bij het bejaardenhuis kwam zag ze de Duitsers staan. Ze zag direct wat er aan de hand was en draaide zich om. Een Duitse soldaat was sneller. Grietje werd opgepakt en met de rest van de bewoners direct afgevoerd naar Westerbork. Grietje Kropveld-Gans werd op 5 februari 1943 in Auschwitz vermoord.
Bron: WesterborkPortretten