Roosje de Lange werd op 7 november 1863 in Raalte geboren. Ze is getrouwd met David de Lange en samen kreeg het echtpaar drie kinderen; Willem, geboren in 1900, Ruben, geboren in 1904, en Rebecca, geboren in 1906. De man van Roosje de Lange, David, overleed reeds voor de oorlog. Roosje de Lange woonde met haar kinderen aan de Almeloscheweg 613. In enkele documenten wordt de Almeloscheweg de Nieuwstraat genoemd. In februari 1941 moest Roosje de Lange zich, net als de andere Joodse Raaltenaren, aanmelden bij de gemeente. Op de betaallijst voor de aanmeldingsbewijzen is haar naam terug te vinden.
In een brief naar Den Haag van 7 januari 1942 wordt toestemming gevraagd voor een verhuizing van Roosje de Lange naar het adres Wijk A nummer 169. Ze zal bij familie in gaan wonen omdat ze als gevolg van een maatregel die betrekking heeft op Joodse inwoners (uit de brief wordt niet duidelijk welke maatregel) de huur niet meer kan betalen. Volgens het Nederlandse Rode Kruis was haar laatste adres Nieuwstraat 613.
Wanneer Roosje de Lange in kamp Westerbork terecht is gekomen is niet bekend. Op 11 mei 1943 werd ze gedeporteerd vanuit kamp Westerbork naar Sobibór en direct na aankomst op 14 mei 1943 is ze daar omgebracht. Ze was toen 79 jaar oud.
Bron: WesterborkPortretten