Jozef Karafiol , geboren in 1882 en was afkomstig uit Lukon gelegen in Polen of Rusland. Hij is met zijn gezin vóór 1935 naar Nederland gekomen. Zij woonden eerst in Diemen maar op 30 December 1935 werd het gezin ingeschreven op het adres Stadionweg 45 II in Amsterdam.
Vermoedelijk is Jozef Karafiol eind 1903 of begin 1904 in Warschau gehuwd met de in 1883 in Warschau geboren Minka Tenenbaum en hij kreeg met haar vier kinderen, t.w. Pinchas, geboren op 5 Maart 1905 in Warschau; Rosa, geboren 18 Februari 1908 in Warschau; Ida Regina, geboren op 4 Maart 1911 in Plauen (Duitsland) en Sabina, die op 16 December 1915 in Düsseldorf geboren werd.
Pinchas Karafiol trouwde op 15 Mei 1940 in Amsterdam met Alette Henriette Krammer (roepnaam Letty), een dochter van de Friese Salomon Krammer en de Groningse Betje Druijf. Hij verhuisde die datum met zijn vrouw naar de Beethovenstraat 96 I en op 27 Augustus 1941 nogmaals naar het Olympiaplein 101 I in Amsterdam. Beiden hebben de Holocaust door onderduik overleefd en in 1948 werd hun dochter Betty Marion geboren.
Rosa Karafiol trouwde op 18 Febuari 1931 in Wuppertal met Ernst Adam, geboren 11 Februari 1897 in Berlijn als zoon van Heinrich Adam en Therese Cohn. Het echtpaar kreeg op 10 Juni 1932 in Wuppertal een dochter Felicitas (Fay). Vóór 1936 kwam het gezin naar Nederland en woonde in Diemen. Per 6 Juni 1936 werden zij ingeschreven op het adres Parnassusweg 30 II in Amsterdam.
Door echtscheiding eindigde het huwelijk wat op 14 Juli 1942 is ingeschreven in het register van Echtscheidingen te Den Haag. Rosa kreeg opnieuw een dochter: op 6 Juni 1943 werd Susanna geboren die na de oorlog de familienaam Waltzer kreeg.
Rosa en haar beide dochters hebben de Holocaust overleefd. Zij trouwde in 1950 met Leib Walzer uit Przeworsk (Polen). Op die datum werd Susanna Karafiol, die de naam Walzer had gekregen uitgeschreven van Amsterdam naar de USA. Haar halfzus Felicitas was reeds in 1947 naar de USA geëmigreerd. Leib Walzer overleed 27 October 1971 in Amsterdam en Rosa Karafiol overleed in Amstelveen op 27 Augustus 1991.
Rosa's ex-echtgenoot Ernst Adam verhuisde na zijn scheiding in Augustus 1942 naar de Dongestraat 15 II in Amsterdam, van waar hij op 2 October werd afgevoerd naar Westerbork en verbleef daar in barak 83 en 22. Op 24 November 1942 werd Ernst Adam gedeporteerd naar Auschwitz maar Ernst Adam is uiteindelijk op 31 Maart 1944 in Midden Europa om het leven gekomen.
Van Sabina Karafiol is niet anders bekend dan dat ook zij de Holocaust heeft overleefd.
Van de vier kinderen is Ida Regina de enige die in de Sjoa is vermoord. Zij woonde nog thuis bij haar ouders op de Stadionweg 45 II. Vanaf 5 Januari 1943 stond zij als snijdster in een confectiefabriek geregistreerd. Ida Regina is in de eerste maanden van 1943 afgevoerd naar het concentratiekamp Vught. Vandaar is zij in de nacht van 6 op 7 Mei 1943 met het zogenaamde Kindertransport van Vught naar Westerbork overgebracht maar pas vandaar op 8 Juni gedeporteerd naar Sobibor. Daar is zij bij aankomst op 11 Juni 1943 onmiddellijk vermoord.
Het echtpaar Jozef en Minka Karafiol werden vanuit hun huis op de Stadionweg 45 II op 5 Mei 1943 afgevoerd naar Westerbork waar zij moesten verblijven in barak 55 en in Juni overgeplaatst naar barak 80. Zij werden op 6 Juli gedeporteerd naar Sobibor waar zij bij aankomst op 9 Juli 1943 onmiddellijk zijn vermoord.
Bronnen: Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van de Jozef, Pinchas, Rosa, Ida Regina, en Sabina Karafiol. Archiefkaart Ernst Adam; Woningkaart Dongestraat 15; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Jozef Karafiol, Minka Karafiol-Tennebaum (moet zijn Tenenbaum) en andere opgedoken Karafiol familieleden; registratiekaart van Ernst Adam en de overlijdensakte 250 van 25-1-1952 van Ernst Adam.