Heiman Gudema is geboren op 12 juli 1869 in Gasselternijveenschemond. Zijn vader heette Aron Gudema en zijn moeder Betje Schaap. Zijn vader was koopman. Hij had 6 broers en zussen: Daniel, Geertje, Nochem, Henderika, Levie en Liena. Het gezin verhuisde 14 mei 1870 naar Onstwedde. Heiman is getrouwd met Ida Eismann, ze is geboren in 1864. Ze kregen twee kinderen: Aron en Joseph, geboren in 1900 en 1901. Kleinzoon Heiman Izaak werd geboren in 1933.
Heiman mocht van zijn vrouw geen veehandelaar worden, ze wilde dat hij een witte-boorden-beroep nam. Ze vonden ook dat hun kinderen een goede baan moesten krijgen. Heiman werd kerkeraadslid van de Nederlands-Israelitische gemeente Stadskanaal in 1931. Heiman was 70 jaar toen de oorlog begon. De familie kreeg met allerlei maatregelen te maken, ze mochten geen fietsen meer hebben en ze mochten als Joodse kinderen niet meer op een gewone school zitten.
Het laatste adres van Heiman en Ida was Schoolstraat 4 in Musselkanaal. Heiman en Ida Gudema moesten op 9 april 1943 naar kamp Westerbork, ze gingen met een taxi. Ze hadden hun beste kleren aangedaan. Ze woonden in barak nr. 69 en ze sliepen op een houten stapelbed. Heiman Gudema moest, samen met zijn vrouw, op transport op 13 april 1943 naar Sobibór. Hij is daar op 16 april 1943 vermoord in de gaskamer. Zijn kleindochter is kinderboekenschrijfster Ida Vos; ze schreef een gedicht over haar opa: Op reis: Van zijn geboortedorp, was hij nooit weg geweest, de oude man. Hij aanvaardde de reis, van Westerbork, naar de eeuwigheid. Nu…al drie generaties lang.
Bron: WesterborkPortretten