Inleiding:
De zoektocht naar Janneke
Begin 2018 kreeg ik een map met brieven uit de oorlog in handen die gericht waren aan mijn ouders. Die map had al die jaren in de kelder van mijn broer gestaan. Pas toen hij in 2018 ging verhuizen kwamen de brieven boven water. Mijn joodse vader Michel Content was gemengd gehuwd en was in 1943 de enige van de uitgebreide familie Content die nog op zijn eigen adres in Amsterdam woonde. De rest van de familie zat ondergedoken, was al opgepakt, doorgestuurd, vermoord of gevlucht naar Zwitserland. Ook mijn vader dreigde opgepakt te worden. Alleen door een gefingeerde zwangerschap van mijn moeder wist hij uit handen van de bezetter te blijven. Joodse mannen die gemengd gehuwd waren en een kind hadden werden toen soms niet opgepakt.
Uit Westerbork stuurde de opgepakte familie hem kaartjes en summiere berichten met verzoeken om medicijnen, zeep, etenswaren en kleren. Hij deed wat hij kon. Mijn moeder mocht in de tram, hij niet. Ook zij deed wat ze kon. Een zestienjarig neefje van mijn vader vroeg in al zijn onschuld of ze nog zijn warme groene trui bij de stomerij op konden halen. Er kwamen roze, voorgedrukte kaartjes terug uit Westerbork waarin stond dat de pakketjes waren aangekomen. Soms waren ze te laat en waren de opgepakte familieleden al op de trein naar de concentratiekampen gezet. Later kwamen de gefrankeerde briefkaarten die familieleden uit de trein hadden gegooid en die door mensen in de buurt van Westerbork werden gepost. “Houd moed” stond daarin. Daarna kwam er niets meer.
De meeste indruk maakte op mij de correspondentie van zijn neef en nicht Frits Content en diens vrouw Bep Blanes die in juli 1942 waren getrouwd. Uit de brieven viel op te maken dat Janneke begin 1943 geboren was. Wie was Janneke? In het In Memoriam stond geen Janneke Content.
Uit naspeuringen bleek dat Janneke is geboren op 29 maart 1943 in de Klimop-kliniek aan de Prins Hendriklaan in Amsterdam. Dat was toen een klein particulier ziekenhuis bij het Vondelpark. Haar ouders hebben haar niet aangegeven bij de Burgerlijke Stand. De deportaties waren in de maanden dat Jannekes moeder zwanger was al in volle hevigheid aan de gang. Daarom vonden haar ouders het waarschijnlijk veiliger hun dochtertje niet aan te geven. Als ze administratief niet bestond zou ze misschien minder gevaar lopen. Hebben andere joodse ouders in die tijd ook hun net geboren baby's niet aangegeven?
==
Branca Content-Blanes - schreef in 1943 en 1944 enkele brieven aan haar neef Michel Content en zijn vrouw waarin ze liefdevol schreef over haar Janneke. Soms schreef ook haar man Frits. Ze waren op 16 juli 1942 met elkaar getrouwd. Ook Beps moeder Sara Blanes Groen met wie ze samenwoonden schreef een enkele keer. Na veel puzzelen en uitzoekerij werd langzaam duidelijk dat Janneke Content de Adriane Helena Content moet zijn die in het In Memoriam nog als vermist wordt vermeld. De brieven zijn niet gedateerd, maar uit de inhoud valt op te maken dat ze in 1943 en begin 1944 geschreven zijn. Over haar dochtertje schrijft ze “Onze Janneke is al een echt mensje. Ze klapt in haar handjes … ook danst ze op verschillende wijsjes heen en weer in de box”.
Bep schrijft ook – namens haar dochtertje (!) - een briefje aan mij na mijn geboorte in augustus 1943:
Lieve Loucky, Je kent me wel niet, maar nu stuur ik je kiekjes van mij, om even kennis met mij te maken. Jij lijkt me ook flink, zo op het plaatje, wel dikker als ik, geloof ik, hoeveel weeg je zeg? Ik nu 17 pond, maar ik ben natuurlijk al veel groter en ouder als jij. Toch wil ik wel vriendinnetje met je zijn hoor. Maar dan mag ik de baas zijn. Dat wou jouw Pappy ook altijd als hij met mijn Mammy vroeger samen speelde. En dan kregen ze ruzie. Maar dat doen wij niet hoor. Jij doet precies wat ik zeg, en dan spelen we lief! Loucky, ben jij altijd lief? Moet je vooral niet zijn hoor. Je ouders zouden er zo aan gaan wennen, dat ze kwaad worden als je een keertje huilt. ’s Nachts ben ik wel altijd zoet. Maar overdag wil ik absoluut niet toegedekt zijn. Want dan kan ik niet leuk schoppen met mijn benen en voeten. Als represaille doet mijn moeder me ’s avonds een trappelzak aan. Maar dat is niet erg hoor Loucky, met een beetje oefening kun je ook dan nog je dekens wegtrappen. In de box, bevalt het me ook soms minder. Nu dat laat ik dan wel horen ofschoon het lang niet altijd helpt. Mams is strenger dan Paps, bij jou ook Loucky? Ik ga wel alleen staan, roep Dadada Pappa, Mammam en nog veel meer dingen, die niemand begrijpt, lekker niet! Daar vertel ik jou wel de betekenis van als ik je spreek hoor Loucky. Je moet ook niet alles aan de grote mensen vertellen hoor. Denk je er om. Loucky, ik stuur je hierbij een bal, heeft mams voor je gemaakt. Je kunt er gerust op kluiven, doe ik ook. Hij is niet vies, en opgevuld met gewone watten. Je moet je Mammy vragen om hem aan de kap van de wieg te binden. Loucky, zeg, ik heb altijd een strik in mijn haar. Heb jij veel haar? Het mijne groeit best. Maar krult nog niet. Kun jij al staan? Ik wil niets anders, en trek me steeds aan Mams haar kleren op als ze me helpt. Heb jij al veel tanden? Ik 2. Maar ik ben wel ingeent, op mijn rug onderaan. Oom dokter zegt dat het daar nooit te zien zal komen. Zelfs niet als ik ga zwemmen. Nu Loucky, schrijf mij ook eens. Denk aan mijn raad. Veel kussen van je vriendinnetje en nichtje Janny.
Bep schrijft ook dat ze zo graag met haar dochtertje buiten zou gaan wandelen. Maar dat durfde ze niet. Mijn ouders probeerden een beetje te helpen. Met de feestdagen stuurden ze een konijn aan de familie. En met de verjaardag van de oma van Janneke in februari 1944 lieten ze een cake bezorgen die volgens een recept van de familie gebakken was. Oma Blanes-Groen schreef enthousiast hoe’n heerlijke ouderwetse cake dat was. En dat konijn had ook zo lekker gesmaakt.
De brieven over Janneke intrigeerden me zodanig dat ik erachter wilde komen wat er precies met Janneke en haar familie is gebeurd. Hebben ze hun dochtertje toch steeds bij zich gehouden ook al bestond ze officieel niet? Of hebben ze haar op een bepaald moment aan de zorgen van iemand anders toevertrouwd? Zouden ze daar misschien in het archief van Kamp Westerbork iets van weten? Op mijn vragen reageerde de heer Abuys van Kamp Westerbork met de volgende mail: “De baby Adriane is met vader en moeder als strafgeval op 22-2-1944 in kamp Westerbork terecht gekomen, barak 67. Alle drie zijn op 3 maart 1944 doorgezonden naar Auschwitz. Als overlijdensdatum is door een naoorlogse commissie 31-7-1944 bepaald (als uiterlijke datum). De kans is echter dat in ieder geval moeder en kind al op de dag van aankomst zijn vermoord.” Dat zou dus enkele maanden eerder zijn, niet lang na de verjaardag van oma Blanes.
Ook Eveline Lambrechtsen van het Stadsarchief van de gemeente Amsterdam werkte mee. Op de archiefkaart van Frits Content is te lezen dat volgens een bij notaris Schaap in Amsterdam in 1953 afgelegde verklaring blijkt dat er in 1943 uit de echt tussen Frits Content en Bep Blanes een kind is geboren. Schaap werd hierover in 1953 officieel geïnformeerd door Ariaantje Hoogland. Deze in 1871 geboren Ariaantje, weduwe van R. Smit, wonende te Amsterdam verklaarde toen dat op 29 maart 1943 in het Klimophuis te Amsterdam een kind werd geboren dat de ouders de naam Adriane Helene hebben gegeven. Ze verklaarde dat “de baby niet werd aangegeven en dat het kind in de leeftijd van elf maanden door drie SS-ers bij haar werd weggehaald, zodat het vermoeden bestaat dat het met de ouders is omgekomen.”
In het boek “Een gegeven leven” van Hanneloes Pen staat op pag. 156: “Het dossier van jodenjager Hendrik Van der Kraan bevatte een lange lijst met namen van zijn slachtoffers: …. Branca Content, Frits Content, Elisabeth Content, Sara Blanes Groen… Hele gezinnen, met jonge kinderen en soms met grootouders, werden door hem weggevoerd.
De namen van de ouders van Janneke staan erbij. De naam van Janneke –oftewel Adriane Helene- niet. Was zij op dat moment bij Ariaantje Hoogland? En hebben de ouders haar misschien daar laten ophalen omdat ze hun kleine dochtertje daar niet alleen wilden achterlaten? Of was Ariaantje Hoogland - van beroep dienstbode - vaak bij de familie Content en zorgde zij daar ook voor de baby? We weten het niet. En zullen het nooit weten. Maar Ariaantje Hoogland, weduwe Smit, heeft na de oorlog die verklaring afgelegd. En zij kon het weten. En nu zijn ook de brieven uit 1943 en 1944 boven water gekomen.
Na de oorlog is de beruchte jodenjager Hendrik van der Kraan ter dood veroordeeld. Het vonnis is niet uitgevoerd aangezien koningin Juliana, die in 1948 haar moeder was opgevolgd, niet wilde dat er nog doodvonnissen werden uitgevoerd. De straf werd omgezet in levenslang.
Met Janneke heb ik nooit gespeeld, zoals haar moeder het zo graag had gewild. Ik wist tot voor kort niet eens van haar bestaan. Ik vraag me nu af hoeveel andere joodse babies destijds uit veiligheidsoverwegingen niet zijn aangegeven.
Loucky Content
NB In het Merkelbach-archief zit een foto die van Bep Blanes zou kunnen zijn.