Isaäc Barentz werd geboren op 13 december 1890 te Amsterdam.
Bella de Jong werd geboren in Groningen, op 6 april 1897.
Op 6 juli 1925 trouwde de 34-jarige Isaäc Barentz in Groningen met de 28-jarige Bella de Jong. Het paar vestigde zich op 12 mei 1937 in de helft van een splinternieuw landhuis aan de Oosterweg 81 (thans nummer 46).
Isaäc was handelsreiziger en koopman en reisde als zodanig door het hele land. Het paar werd gezien als welgesteld. Barentz had een auto, een bezienswaardigheid in die tijd. In zijn vrije tijd ontwikkelde hij zich tot een niet onverdienstelijk kunstschilder. Barentz was een grote man met een gezellig, vriendelijk gezicht en veel gevoel voor humor. Bella Barentz werd in de buurt veel gezien met de hond, een boxer.
De Duitse maatregelen tegen Joden troffen de familie Barentz hard. Barentz kon alleen nog maar handel drijven met Joden, de auto mocht niet meer gebruikt worden en geld en kostbaarheden moesten in mei 1942 worden ingeleverd bij de roofbank Lippmann Rosenthal & Co in Amsterdam. Begin juli 1942 kreeg Isaäc Barentz de oproep zich in Groningen te laten keuren en zich aansluitend aan te melden voor een werkkamp. Vermoedelijk gaf Isaäc vrijwillig gehoor aan deze oproep. Op vrijdag 10 juli 1942 meldde hij zich, met negen andere Joodse mannen en jongens uit Haren, bij een bus, die klaarstond aan de Emmalaan. De bestemming was kamp Westerbork. In de nacht van dinsdag 14 op woensdag 15 juli 1942 werd Isaäc Barentz op transport gesteld. Met zes andere Hareners en 1130 anderen, vooral Duitse Joden, die al veel eerder waren ondergebracht in Westerbork, werd hij geplaatst in de eerste trein die van Westerbork naar Auschwitz ging. Op 15 augustus 1942 werd Isaäc Barentz in Auschwitz om het leven gebracht. Hij was 51 jaar oud.
In 2010 zijn voor Isaäc Barentz en zijn vrouw Bella Barentz-de Jong Stolpersteine geplaatst voor hun huis, Oosterweg 46, Haren
Bron: ‘Van kwaad tot onvoorstelbaar erger’, Wil Legemaat, Haren, 2010