Berdina de Vries was een dochter van Manus de Vries en Clara Bilderbeek. Zij trouwde op 5 December 1917 in Amsterdam met Philippus de Groot uit Vledder, geboren op 24 Januari 1889 als zoon van Hartog de Groot en Roosje Pinto. Het echtpaar kreeg twee kinderen, t.w. Roosje en Emanuel. Tijdens de Sjoa is het hele gezin door de nazi's vermoord.
Philippus de Groot was koopman in dames en heren stoffen. In December 1922 verkreeg hij vergunning om zijn stoffen op de markt “Over het IJ” te verkopen. Voordat Philippus trouwde met Berdina de Vries, woonde hij in Steenwijkerwold maar verhuisde naar Amsterdam op 15 October 1917. Na op diverse adressen te hebben gewoond verhuisden zij op 4 Juli 1938 naar de St. Antoniebreestraat 35.
Vermoedelijk hebben hun beide kinderen, Roosje en Emanuel de Groot gehoor gegeven aan de oproep tot werkverruiming in Duitsland. Beiden werden in Westerbork geregistreerd op 18 Juli 1942 en op 24 Juli op transport gesteld naar Auschwitz. Welke werkzaamheden zij na aankomst in Auschwitz hebben moeten doen is onbekend. Ook is niet bekend op welke datum precies en hoe zij daar on het leven zijn gekomen. Daarom is na de oorlog op last van het Ministerie van Justitie door de gemeente Amsterdam een overlijdensakte voor hen opgemaakt waarin de plaats en datum van overlijden voor hen beiden is vastgesteld als in Auschwitz op 30 September 1942.
Berdina en Philippus zijn tijdens de grote razzia’s in Amsterdam op 3 October 1942 vanaf hun Amsterdamse adres afgevoerd naar Westerbork en al twee dagen later, op 5 October op transport gesteld naar Auschwitz. Daar zijn beiden na aankomst aldaar op 8 October 1942 direct vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Berdina de Vries en Philippus de Groot, marktvergunning Philippus de Groot en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Berdina de Groot-de Vries, Philippus de Groot, Roosje de Groot en Emanuel de Groot en een toevoeging van een bezoekeer van de website.