Verhaal

Op de foto in oorlogstijd. Regina Sternberg

Regina Sternberg, 1943. Foto Annemie Wolff. © Monica Kaltenschnee.

Alle rechten voorbehouden

In het boek Op de foto in oorlogstijd. Studio Wolff, 1943  van Tamara Becker en An Huitzing (Lecturis, 2017) zijn foto's en een portret van Regina Sternberg opgenomen en wordt het verhaal van haar en de familie verteld.

Op de foto in oorlogstijd gaat over een deel van het oeuvre van Annemie Wolff (1916-1994): de teruggevonden honderd fotorolletjes uit 1943 met portretten van 440 mensen.

Over Regina Sternberg (p.236, 235):

Op 2 juni 1943 maakte Annemie Wolff een pasfoto van Regina Sternberg maar noteerde haar naam niet. Regina was 23 jaar oud; in 1938 was ze uit Wenen gekomen om tot ‘Palestina-pionier’ te worden opgeleid in het Joodse Werkdorp Wieringen. Net als Theo Sämann, wiens zus Ilse in mei gefotografeerd was, en Günter Schönenberg die in juli door Annemie op de foto gezet zou worden. De meeste bewoners van het Werkdorp waren in maart 1941 naar Amsterdam gebracht en daar vrijgelaten. Regina bleef nog een paar maanden: met een groep van zestig mocht ze blijven om de oogst binnen te halen. In augustus 1941 kwam ze in de Amsterdamse Rivierenbuurt; eerst verbleef ze bij een oom en tante, daarna dook ze onder.[i] Ze zou worden opgepakt bij de razzia van 20 juni 1943. Bijna een jaar later werd Regina doorgestuurd naar Theresienstadt, daarna naar Auschwitz en Bergen-Belsen. Dat kamp zou op 15 april 1945 bevrijd worden, maar Regina was te verzwakt. Ze overleed op 31 mei 1945.

Het is onwaarschijnlijk dat Regina een foto liet maken om naar haar familie te sturen. Regina’s zus en een van broers waren naar Palestina gevlucht. Haar moeder en twee jongere broers waren vanuit Wenen gedeporteerd. Ze hadden in november 1941 een oproep gekregen en waren bijeengebracht door de SS op het terrein van een Joodse school. Vijftig kilo bagage mochten ze bij zich hebben en honderd Reichsmark, welke uiteindelijk in beslag genomen werden. Ook de sleutel van hun appartement in de Rembrandtstrasse moesten ze inleveren en al hun bezit aan de staat overdragen. Misschien hadden ze dagen of weken moeten wachten op het schoolterrein, tot ze op 3 december 1941 met een transport van 1001 personen naar Riga werden gestuurd. Drie dagen zaten ze in de trein. De Joodse bevolking uit Duitsland en Oostenrijk zou naar Minsk gestuurd worden, maar daar was niet genoeg plek. Ook de getto’s van Riga raakten vol; de mensen op het eerste transport van Duitsland naar Riga, werden dezelfde dag in de nabije bossen doodgeschoten. De moeder en broers van Regina zaten op een volgend transport en werden eerst ondergebracht op een stuk land. Begin december 1941 arriveerden daar vier treinen met bijna vierduizend Joden die in korte tijd vermoord werden.

 

 

[i] JHM, Herinneringsboek Werkdorp Wieringen van Julius Reutlinger.

Alle rechten voorbehouden