Antje Schaap was een dochter van Wolf Schaap en zijn eerste vrouw Leentje Stuwert. Zij trouwde op 27 October 1876 in Amsterdam met Hartog van West, diamantslijper, een zoon van Mozes Samson van West en Esther Mozes van Kleef. Het echtpaar had een dochter, Leentje, die op 9 Maart 1877 in Amsterdam geboren was.
Vanaf 2 Juli 1892 woonde het gezin Van West in de Van Leriusstraat 55 in Antwerpen. Hartog van West werkte als diamantslijper bij de fabriek van Coolemans in de Diercxensstraat in Antwerpen. Zij keerden terug naar Amsterdam in 1914 en woonden op verschillende adressen in de stad. Hartog van West echter overleed op 20 Juni 1935. De volgende dag werd hij begraven op de Joodse Begraafplaats te Muiderberg.
Antje Schaap, thans weduwe, verhuisde 6 Maart 1936 naar de Plantage Kerklaan 6 I en woonde in bij haar schoonzoon Hersch Pfeffer, die in 1912 met haar dochter Leentje was gehuwd. Hersch Pfeffer was al in Juli 1942 naar Auschwitz gedeporteerd en daar in Augustus omgekomen. Antje zelf werd samen met haar dochter Leentje op 11 November 1942 afgevoerd naar Westerbork. Op 16 November werden beiden op transport gesteld naar Auschwitz waar Antje Schaap en haar dochter bij aankomst aldaar op 19 November 1942 onmiddellijk werden vermoord.
Bronnen o.a.: Stadsarchief Amsterdam, gezinskaat Wolf Schaap, archiefkaarten van Antje Schaap, Leentje van West en Hersch Pfeffer, Overgenomen delen 1892-1920/Hartog van West; Het Antwerps Vreemdelingen Dossier nr. 75323, image 219-223; website Akevoth/Burialpermits/Hartog van West en het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Antje van West-Schaap.