Salomon Bloemhof, roepnaam Sal, geboren in Amsterdam op 24 December 1912, was een zoon van Mozes Bloemhof en Sippora Wertheim. Salomon had één broer, Louis, die nog thuis woonde en ongehuwd was en die net als Salomon tijdens de Sjoa werd vermoord.
Sal werkte in de herenmode, was magazijnbediende, vertegenwoordiger en kantoorbediende. Op 29 Februari 1940 trouwde hij in Amsterdam met Roza Agstteribbe, roepnaam Ro, de jongste dochter van Liepman Agstteribbe en Sara Schaap. Het echtpaar had geen kinderen.
Die 29e Februari 1940 was tevens de datum dat Sal Bloemhof met zijn bruid werden ingeschreven op hun eigen adres in de Kribbestraat 26 I in Amsterdam-Zuid. Voordien woonde Sal thuis bij zijn ouders in de Plantage Middenlaan 32 en Ro bij haar moeder (die weduwe was), in de Plantage Kerklaan 4 I.
Ro Agstteribbe, Salomon's vrouw, heeft de Sjoa overleefd. Met vervalste persoonsbewijzen was zij met haar oudere zus Henriette (Jetty) ondergedoken en zij werkten als kinderverzorgsters in een kindertehuis in Amersfoort, wat toen geleid werd door Tante Hertha. Omdat ze geen huis of niets meer had, is zij na de oorlog samen met de rest van de familie in huis genomen door niet-Joodse vrienden op de Amstelveenseweg, die hen ook tijdens de oorlog hebben geholpen. Op 12 September 1945 werd er op haar registratiekaart van de Joodse Raad de aantekening geschreven “Terug, adres nu Amstelveenseweg 47 II in Amsterdam”.
Sal Bloemhof echter werd op 3 September 1942 met nog 138 andere Joden naar het werkkamp Avegoor gestuurd. Dit werkkamp werd later hernoemd als Werkkamp Palästina. Avegoor was het opleidingscentrum van de Nederlandse SS, waar de joodse dwangarbeiders aan het werk werden gezet bij de uitbreiding van het complex. Eind november 1942 waren de werkzaamheden daar afgerond en werden de dwangarbeiders doorgestuurd naar kamp Westerbork. Hier werden ze op bevel van kampcommandant Gemmeker in het ziekenhuis opgenomen.
Volgens de registratiekaart van Salomon BLoemhof kwam hij op 22 November 1942 in Westerbork aan. Op zijn registratiekaart is geen aantekening gevonden over een verblijf in een hospitaal barak, maar wel dat hij op 28 April 1943 terecht kwam in barak 73. Op 4 Mei 1943 werd Sal Bloemhof op transport gesteld naar Sobibor, waar hij bij aankomst aldaar op 7 Mei 1943 onmiddellijk werd vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Mozes Bloemhof en Liepman Agstteribbe, archiefkaart Salomon Bloemhof en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Salomon Bloemhof en Roza Bloemhof-Agstteribbe, een aanvulling van een bezoeker van de website en de website Joodse Werkkampen, Palästina.