Biografie

Het lot van Reintje Kogel-Bloemhof.

Reintje Bloemhof was een dochter van Abraham Bloemhof en Cato de Reeder. Zij trouwde op 29 Augustus 1888 in Amsterdam met Salomon Kogel, een zoon van Mozes Nathan Kogel en Aaltje Jacob Wolder. Salomon overleed echter op  20 October 1931 en is twee dagen later op de Joodse Begraafplaats in Muiderberg begraven.  

Reintje en Salomon kregen vier kinderen, t.w. Alida, Cato, Marguerite en Henriëtte. Alida overleefde de Holocaust en is in 1982 op 90-jarige leeftijd overleden. Marguerite werd in Februari 1896 geboren in Parijs maar overleed op jonge leeftijd in Amsterdam op 28 Februari 1897, nét één jaar oud. Cato, geboren in 1892, overleed in 1919 en Henriëtte werd op 11 Juni 1943 in Sobibor vermoord.

Salomon Kogel was diamantversteller en diamantslijper. Na zijn huwelijk woonde hij met zijn vrouw op de Plantage Muidergracht 52 en verhuisde op 19 Juni 1892 naar het onderhuis van Kromboomsloot 49. Vermoedelijk leed Salomon aan een auto-imuumziekte lupus, waarvoor hij in Juni 1892 werd behandeld in de Favus Polikliniek op de Nieuwe Prinsengracht 44 waar een inrichting voor Finsenbestraling gevestigd was.

Of zijn vertrek op 2 Januari 1895 met vrouw en dochters Alida en Cato naar Parijs daarmee te maken had of niet, is niet bekend. Wél werd in Parijs op 6 Februari 1896 hun derde dochter Marguerite geboren.

Op 3 November 1896 keerde het gezin terug naar Amsterdam en kwam toen te wonen in de Gerard Doustraat 188 I. Verhuizingen volgden nog naar de Nieuwe Kerkstraat en naar de Kromme Mijdrechtstraat waar Salomon Kogel op 20 October 1931 overleed. Inmiddels waren beide dochters Alida en Henriëtte al in 1922 en 1924 gehuwd en woonden sindsdien niet meer thuis maar op eigen adressen.

Reintje Kogel-Bloemhof, thans weduwe geworden, trok toen op 29 October 1931 in bij haar dochter Alida en haar man Isaac Gobes in de Uithoornstraat 55 II, waar zij tot 1939 heeft ingewoond. Toen verhuisde zij naar de Onbekende gracht 13 III waar zij inwoonde bij de dochter van haar zus Jette Bloemhof, Cato Peereboom en haar man Manuel Rootveld. Haar laatste adres in Amsterdam was Vechtstraat 22 I waar zij inwoonde bij de ongehuwde Marianne de Jongh en haar eveneens ongehuwde broer Abraham de Jongh.

In de nacht van 27/28 Januari 1943 werd Reintje Kogel-Bloemhof vanaf haar laatste adres weggevoerd naar Westerbork waar zij met haar "bagage" terecht kwam in barak 64. Op 2 Februari werd Reintje op transport gesteld naar Auschwitz, waar zij bij aankomst op 5 Februari 1943 onmiddellijk werd vermoord.

Bronnen o.a.: Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Salomon Kogel, archiefkaart Reintje Bloemhof, diverse woningkaarten en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Reintje Kogel-Bloemhof.

Alle rechten voorbehouden