Maartje Salomon Kannewasser, geboren op 18 Maart 1888 in Den Helder, was een dochter van Salomon Aron Kannewasser en Jansje (Gittel) Leon Beek. Zij was ongehuwd en werkte als huishoudster.
Toen haar broer Leon Kannewassser in 1924 weduwnaar geworden was en zijn vrouw Ester Philip Vrieslander was begraven, kwam de ongehuwde Maartje Kannewasser geruime tijd later bij hem inwonen in de Zuidstraat 88 in Den Helder, waar Leon een manufacturenzaak runde. Echter in 1942 moesten Maartje en Leon verhuizen naar de McLaine Pontstraat 9 in Alkmaar, vanwaar zij op 25 Juni 1942 werden zij gedwongen te verhuizen naar Amsterdam. Daar kwamen zij terecht in de Lekstraat 130 II. Op 22 Februari 1943 moesten zij opnieuw verhuizen en kwamen toen terecht in de Reitzstraat 8 I in Amsterdam-Oost.
Haar broer Leon had een baantje bij de Joodse Raad en was daardoor voorlopig vrijgesteld van deportatie (“gesperrt bis auf weiteres”), maar Maartje niet. Maar ten tijde van de grote razzia’s van eind Mei 1943 in Amsterdam, toen alle vrijstellingen van deportatie kwamen te vervallen, werden Maartje en Leon Kannewasser ook opgepakt en afgevoerd naar Westerbork, waar zij op 26 Mei 1943 terecht kwam in barak 62. Op 1 Juni werden beiden op transport gesteld naar Sobibor waar zij bij aankomst op 4 Juni 1943 aldaar, samen met alle andere gedeporteerden, onmiddellijk werd vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, archiefkaaren van Maartje Salomon Kannewasser en Leon Salomon Kannewasser; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Maartje Salomon Kannewasser en Leon Salomon Kannewasser en genealogische informatie van een bezoeker van de website.