Verhaal

Naftali Sternheim

Naftali Sternheim was getrouwd met Rachel Lieber. In 1902 was hij naar Nederland vertrokken, waar hij zich in Scheveningen vestigde. Zijn vrouw bleef in Polen achter en het echtpaar reisde regelmatig heen en weer om elkaar te bezoeken. Enkele jaren later verhuisde Naftali van Scheveningen naar Amsterdam, waar hij een groothandel in textiel begon. Op 17 december 1911 werd hij vader van een dochter, Pessla (Peppy), die samen met haar moeder in Polen woonde. In 1920 vertrokken beiden ook naar Nederland, waar datzelfde jaar nog zoon Levie (Leo) werd geboren.
In 1927 kreeg het gezin de Nederlandse nationaliteit, maar ze bleven een zwervend bestaan leiden. Naftali bezocht in 1929 Palestina om zich te oriënteren op het zionisme, terwijl dochter Peppy het laatste jaar van haar middelbare schoolopleiding doorbracht op een Joodse kostschool in Zwitserland.

Vanwege Peppy's studie verhuisde het gezin in 1929 naar Berlijn. Hun huis aan het Amsterdamse Sarphatipark was kort tevoren in vlammen opgegaan; wellicht heeft dat ook een rol gespeeld in de beslissing naar Berlijn te verhuizen. Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam, keerde het gezin Sternheim naar Nederland terug: eerst naar Den Haag en enkele maanden later naar Amsterdam. Dochter Peppy trouwde in 1935 met Isaac Lewin, een uit Polen afkomstige student in het Joodse recht die zijn studie voltooid had in Amsterdam. Na het behalen van zijn titel keerde hij naar Polen terug, om in Lodz aan de universiteit te gaan doceren. Peppy volgde hem en in 1936 werd hier hun zoon Nathan geboren.

Toen in september 1939 Polen werd binnengevallen door het Duitse leger, waren Naftali en Rachel Sternheim-Lieber en hun zoon Leo juist bij dochter Peppy op bezoek. Naftali kon nog net op tijd weg komen uit Polen en vloog naar Amsterdam terug om zijn textielzaak veilig te stellen en zijn in diamanten omgezette spaargeld op te halen. Zijn vrouw en zoon bleven in Polen achter.

In de zomer van 1942 deed Naftali Sternheim een poging naar het buitenland te vluchten. Met diamanten in de binnenzak van zijn jas genaaid probeerde hij Zwitserland te bereiken, maar hij werd in Frankrijk uit de trein gehaald en via Drancy naar Auschwitz gedeporteerd.

De in Polen achtergebleven familie, bestaande uit moeder Rachel, zoon Leo, dochter Peppy en haar man Isaac Lewin en hun zoontje Nathan, wisten net voor de afsluiting van het getto van Lodz te ontkomen naar Litouwen. Ze vestigden zich in Vilnius (toen Wilna) bij familie van Isaac. Hier waren ze enkele maanden veilig, tot de Russen Litouwen bezetten. Dochter Peppy, die immers nog steeds de Nederlandse nationaliteit bezat, zocht hulp bij de Nederlandse consul in Kaunas, Jan Zwartendijk, die haar paspoort voorzag van de aantekening dat er 'voor toelating tot Suriname, Curaçao en andere bezittingen van Nederland in Noord- en Zuid-Amerika geen visum vereist is'. Haar man, zoontje, moeder en broer kregen dezelfde aantekening.

Dit was genoeg voor de Japanse consul Sugihara om de families een doorreisvisum voor Japan te geven. Hiermee konden ze Litouwen verlaten en uiteindelijk kwamen ze in de Japanse stad Kobe terecht. Voor dochter Peppy, haar man Isaac Sternheim en hun zoontje Nathan kon vrij eenvoudig een visum voor de Verenigde Staten worden geregeld: Isaac had hier een broer wonen die wel garant voor hen wilde staan.
Leo en moeder Rachel reisden uiteindelijk naar Soerabaja, de enige plek waar ze nog heen konden, op voorwaarde dat Leo zich aanmeldde bij het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL). In 1942 werd hij door de Japanners krijgsgevangen gemaakt. Hij overleed op 20 mei 1943 in een krijgsgevangenkamp op het eiland Flores. Na de oorlog werd hij herbegraven op het Nederlandse ereveld Kembang Kuning in Soerabaja.
Moeder Rachel verbleef drie jaar in een vrouwenkamp op Java. Op 1 juni 1946 keerde ze, in zeer slechte gezondheid, vanuit Batavia naar Amsterdam terug. Ze had twee jaar nodig om aan te sterken. Daarna vertrok ze naar de Verenigde Staten om zich bij haar dochter Peppy, schoonzoon Isaac en kleinzoon Nathan te voegen.

Ontleend aan: Jan Brokken, De rechtvaardigen. Hoe een Nederlandse consul duizenden Joden redde. Amsterdam/Antwerpen, Atlas Contact, 2018.