Biografie

Het lot van Salomon Charmatz en zijn vrouw Ilse Jacobson.

Salomon Charmatz, die doorgaans Max genoemd werd, was op 20 December 1895 geboren in Brzezany, Galicië.  in die tijd behorend tot het Oostenrijks-Hongaarse Keizerrijk, na 1919 tot Polen and na 1945 toegevoegd aan de SSR Oekraine , thans Oekraine. Hij was een buitenechtelijke zoon van Isak Charmatz en Marjem Reisie Karpin, maar op 28 Maart 1899 erkend. Hij was de vierde in een familie van vijf kinderen, die Brzezany  omstreeks 1900 verlieten en zich met hun ouders vestigden in Berlijn. Salomon’s broers en zus hebben allen de Holocaust overleefd en zijn overleden in Australië, Brazilië, Frankrijk, Palestina en Israël.

Ilse Jacobson was geboren op 4 January 1905 in de Hokestraat 14 in Kolberg – indertijd was deze stad aan de kust van de Baltische zee Duits (Pommeren), na de Tweede Wereldoorlog werd het Pools en werd de stad hernoemd in Kolobrzeg. Zij was een dochter van Paul Jacobson en Hella Cohn, die in 1903 in Breslau in het huwelijk waren getreden. Ilse kreeg nog een broer en een zus. Ongeveer rond het begin van de Eerste Wereldoorlog  verhuisde de familie Jacobson naar Berlijn; Ilses broer en zus overleefden de Holocaust en zijn in Israël overleden.

Salomon en Ilse trouwden op 12 April 1927 in Berlijn.  Na hun huwlijk woonde het echtpaar van 1927 tot 1934 in Finow, waar Salomon werkte bij de “Hirsch Finow Messingwerk A.G.” In 1934 vestigden zij zich in Berlijn en in 1936 vertokken zij naar Amsterdam, waar zij woonden in de Niersstraat 41 II in de Rivierenbuurt van Amsterdam en op 11 Maart 1936, verhuisden zij naar de Zuider Amstellaan 221 III. 

Salomon, ook Max genoemd, werkte als “calculator specialist” bij “Infinas” (Industrial and Financial Association) in de Spuistraat 198 in Amsterdam, vermoedelijk ten behoeve van de “Hirsch Kupfer-Messingwerke A.G.”. Echter in 1940 kreeg Infinas financiële problemen en werd er geen dividend meer uitgekeerd aan de aandeelhouders. In 1941 kreeg Max elders een baan als inkoper en sorteerder van meubelen.

Tegen het einde van 1942, gingen Salomon en zijn vrouw Ilse in onderduik in een huis van een Nederlandse familie. Echter na te zijn verraden door de vrouw van de man die hun onderduikadres had geregeld, werden zij daar op 23 Maart 1944 gearresteerd en afgevoerd naar den Haag waar zij terecht kwamen in de Scheveningse gevangenis, het “Oranjehotel”. Van daar werden zij naar Westerbork gestuurd: Salomon op 28 Maart 1944 en Ilse op 1 April 1944, waar beiden ingesloten werden in strafbarak 67, want “in onderduik gaan” was in de ogen van de Duitsers een “stafbaar feit”. Zij werden op 5 April 1944 van Westerbork met een z.g. “straftransport” naar Auschwitz gedeporteerd en op 7/8 April 1944 kwam dat transport in Auschwitz aan.

Salomon en Ilse zijn z.g. “vermiste personen”. Hun exacte overlijdensdatum is niet bekend, noch hetgeen hen daar is overkomen of de wijze waarop zij om het leven zijn gekomen. Hun officiële overlijdensdatum is vastgesteld door het Nederlandse Rode Kruis, gebaseerd op de volgende overwegingen: Zij waren beiden onder 51 jaar oud en daardoor kwamen zij door de eerste selectie en werden voor acht dagen in quarantaine gehouden. De gemiddelde periode dat nieuw aangekomen gevangenen overleefden was vier tot vijf maanden. Zij moeten daar zijn overleden tussen 15 April en 31 Augustus 1944. De laatst mogelijke datum van overlijden is genomen als overlijdensdatum voor hen beiden.

Bronnen o.a.: het Stadsarchief van Amsterdam, gezinskaart van Salomon Charmatz, archiefkaarten van Salomon Charmatz en Ilse Jacobson en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Salomon Charmatz en Ilse Charmatz-Jacobson.

Tekst van deze biografie is geschreven door een onderzoeker van de Charmatz/Jacobson familie, geredigeerd door de redactie van Joods Monument.

Alle rechten voorbehouden