Aron Beek was één van de zeven kinderen van Izaak Leon Beek en Matje Mok en was op 12 Maart 1895 in Amsterdam geboren. Op 29 October 1925 trouwde hij in Amsterdam met Sara Canes, die daar op 12 October 1892 werd geboren als dochter van Abraham Canes en Marianne van de Kar. Het echtpaar kreeg twee kinderen, t.w. Abraham in 1926 en Martin in 1929; zij zijn tijdens de Sjoa om het leven gekomen, net als hun ouders.

Na hun huwelijk in 1925, woonden Aron en Sara in de Plantage Kerklaan 2 in Amsterdam, waar hun beide kinderen werden geboren. Op Op 15 Februari 1938 verhuisde het gezin naar de Retiefstraat 32 III in Amsterdam-Oost. Van beroep was Aron was handelsreiziger in rijwielen.

Aron Beek was in 1942 tewerkgesteld in één van de Joodse Werkkampen in Noord Nederland. Hij kwam terecht in “De Beetse” in Zuid-Oost Groningen. Maar op 2 October 1942 werden de Joodse arbeiders van daar door de Duitsers afgevoerd naar Westerbork.

Zoon Abraham Beek had een “Sperre”; hij was voorlopig vrijgesteld van deportatie omdat hij een baantje bij de “estafette” van de Joodse Raad had gekregen. Hij was bode bij de afdeling H.A.V. (Hulp aan Vertrekkenden) op Reguliersgracht 109 en hij had zijn legitimatie nr. 2081 op 8 Juli 1942 ontvangen, uitgegeven door het Algemeen Secretariaat op de Lijnbaansgracht 366 in Amsterdam. 

Vanwege de Sperre van Abraham Beek, waren ook zijn moeder Sara Canes en broer Martin volgens lijst 8/26 voorlopig vrijgesteld van Deportatie. Zij werden echter allen gearresteerd tijdens de grootscheepse razzia’s in Amsterdam van begin October 1942 en kwamen op 3 October in Westerbork terecht: Abraham, zijn moeder en zijn broer.

Nu de familie van Aron Beek weer “compleet” was, werden zij op 5 October 1942 op transport gesteld naar Auschwitz. Het transport omvatte in totaal 2012 gedeporteerden, waaronder het gezin Beek en een groot aantal Joodse dwangarbeiders uit de leeggehaalde Joodse Werkkampen.

Het transport maakte een stop in Kosel, ca. 80 km westelijk van Auschwitz gelegen Daar werden 550 jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar gedwongen om de trein te verlaten; zij zouden als dwangarbeiders tewerkgesteld worden in de omliggende satellietkampen van Auschwitz. Het lijkt vrij zeker dat ook Aron en zijn zoon Abraham deel uitmaakten van deze groep.

Zij, die in de trein achterbleven werden echter verder naar Auschwitz vervoerd om daar te worden vermoord, waaronder Sara Beek-Canes en haar jongste zoon Martin Beek. Zij kwamen aan in Auschwitz op 7 October en werden daar op 8 October 1942 in de gaskamers vermoord.

Het is niet bekend waar Abraham Beek vanuit Kosel terecht is gekomen. Ook is niet bekend op welke datum hij precies en waar om het leven is gekomen. Daarom  heeft het Ministerie van Justitie na de oorlog opdracht gegeven aan de gemeente Amsterdam om een overlijdensakte op te maken voor Abraham Beek, waarin is vastgesteld dat hij  op 31 Maart 1943 in Midden Europa is overleden.

Het lijkt vrij zeker dat Aron Beek terechtgekomen is in het Reichsautobahnlager Annaberg. Uit een cartotheek met kaarten waarop overlijdens van Joden zijn vastgelegd door het Reichs Statistisch Bureau uit Berlijn, wat zich bevond in het Rijksarchief in Opole in Polen, blijkt dat Aron Beek, geboren op 12 Maart 1895, is overleden op 12 December 1942 in Annaberg.

Het bovenstaande was vlak na de oorlog nog niet bekend, reden waarom het Nederlandse Ministerie van Justitie opdracht gaf aan de gemeente Amsterdam, ook voor Aron Beek een officiële overlijdensakte op te maken, waarin is vastgesteld dat hij op 31 Maart 1943 in Midden Europa is overleden.

Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Aron Beek en Archiefkaarten van Aron Beek, Sara Canes, Abraham Beek en Martin Beek; het archief  van de Joodse Raad, registratiekaarten van Aron Beek, Sara Beek-Canes, Abraham Beek en Martin Beek; website Joodse Werkkampen/De Beetse; website Holocaust Survivors and Victims Database/overlijden Aron Beek; overlijdensaktes, opgemaakt in Amsterdam op 29 Januari 1954 voor Aron Beek, Reg.A103-fol.2-akte nr.3; voor Abraham Beek, Reg.A103-fol.2-akte nr.2; voor Sara Beek-Canes Reg.A103-fol.3-akte nr.7 en voor Martin Beek, Reg.A103-fol.2v-akte nr.4.