Aäron Groen, geboren op 20 October 1934, was het jongste kind van Jacob Raphaël Groen en Branca van Lochem. Hun eerstgeboren zoon was óók een Aäron, geboren in Amsterdam in 1926 maar twee jaar later al overleden in Borgerhout.
Aäron had nog een zus die twee jaar ouder was, Jetje en een oudere broer Herman. Die werd na het overlijden van hun moeder op 13 September 1942, op 19 October 1942 in het Apeldoornsche Bosch opgenomen. Hun vader was op 30 October 1942 in Westerbork en Aäron en Jetje waren toen helemaal alleen.
Niet geheel duidelijk is of Jetje óók door familie werd opgevangen of dat zij een onderduikadres gekregen had. Aäron daarentegen werd ondergebracht in het gezin van een zuster van zijn moeder, Judic van Lochem, die getrouwd was met Nathan Engelsman en woonde in de Danie Theronstraat 21 II in Amsterdam-Oost. In het Bevolkingsregister werd per 4 December 1942 een notitie gemaakt voor zowel Jetje als Aäron zijnde V.O.W.: (vertrokken, onbekend waarheen) en op 1 November 1943 werd Aäron formeel uitgeschreven uit het Amsterdamse Bevolkingsregister naar dat van Westerbork.
Aäron’s oom, Nathan Engelsman had een “Sperre” en was voorlopig vrijgesteld van deportatie, omdat hij “onmisbaar” was voor de diamantindustrie. Hij was diamantslijper en had een "diamantstempel". Ook Aron’s tante Judic en nichtjes Esther en Eveline waren daardoor “gesperrt”. Maar op 20 Juni 1943 werden Judic Engelsman-van Lochem, Esther, Eveline en Aäron tijdens de grote en in het geheim voorbereidde razzia gearresteerd en afgevoerd naar Westerbork, waar zij terecht kwamen in barak 58.
Op 10 Juli werd Eveline Engelsman van Westerbork naar Vught gestuurd, waar zij verbleef tot Juni 1944. Zij was bontwerkster en vermoedelijk tewerkgesteld bij het bont- en confectiebedrijf Escotex in het kamp. Zij werd op 3 Juni 1944 met de mannen en vrouwen van het Philips Kommando op transport gesteld naar Auschwitz. Eveline heeft uiteindelijk de Holocaust overleefd en keerde via Zweden terug in Amsterdam.
Maar Nathan Engelsman, zijn vrouw Judic van Lochem, zijn dochter Esther en óók Aäron Groen, werden op 18 Januari 1944 op transport gesteld naar Theresienstadt. Van de bijna 5000 Joden die uit Nederland naar Theresienstadt werden gedeporteerd, werden er bijna 3000 naar Auschwitz doorgestuurd, waaronder ook Aäron's tante Judic en nichtje Esther Engelsman en Aäron Groen zelf. Zij zijn op 7 Juli 1944 in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord maar Nathan Engelsman verloor zijn leven ergens in Midden Europa op 28 Februari 1945
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Aäron Groen, gezinskaarten van Jacob Raphaël Groen, Jacob van Lochem en Nathan Engelsman; woningkaart Danie Theronstraat 21 Amsterdam; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Aäron Groen, Nathan Engelsman, Judic Engelsman-van Lochem, Esther en Eveline Engelsman; website meeroverde holocaust.nl - Theresienstadt; wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland; overlijdensakte Aäron Groen d.d. 31-10-1952 uit A-reg.98-fol.15v, nr 81.