Albert Hertz was geboren in Sittard. Hij trouwde met de Duitse Erna Alexander en was net als zijn vader Moses Hertz graanhandelaar, maar woonde en werkte in het Duitse Peine vlakbij de stad Hannover. Ze hadden twee dochters Margot en Thea.
Ze wilden na de kristalnacht naar Amerika vluchten, maar bleven met hun dochters in het veilig geachte Nederland. Ze woonden in Rotterdam waar ook hun broer Martin met zijn vrouw en kinderen woonde. Later kwam ook de vader van Erna, Emil Alexander naar Nederland. Aangezien Albert Nederlander was kon hij hier aan het werk zonder arbeidsvergunning. Echter de graanhandel was een gesloten handel zodat hij hier niet kon beginnen. Zijn broer hielp hem om een wol winkeltje te beginnen in de Pijnackerstraat in Rotterdam Noord. Erna was een vlijtige breister en haar werk vulde spoedig de etalage. Zij leerde Nederlands en runde de zaak met Corrie, een verkoopster die goed breipatronen kon maken. Zo gaven ze ook brei-instructies. Albert deed de financiën en 'Het Wolpaleis’, zoals de zaak heette, werd al snel een groot succes.
Verhaal