Verhaal

Over het 23e Konvooi A en Z van 15 Januari 1944.

Van Mechelen naar Auschwitz.

Het 23e konvooi is een Joods transport. Het bestaat uit 662 personen, waaronder 62 kinderen. 5 gevangenen weten voor de grens te ontsnappen, één van hen wordt ter plaatse neergekogeld. De lijst van het konvooi wordt aangevat vanaf 22 September 1943. Tot 10 Januari 1944 daalt het gemiddelde aantal inschrijvingen in Mechelen tot 6 per dag.

Konvooi Z is geen Joods maar een Zigeuner transport, het enige dat uit België vertrok. Het bestaat uit 351 personen, waaronder 175 kinderen. In tegenstelling to de Joden, hadden de zigeuners geen speciaal statuut. Voor het merendeel waren het vreemdelingen, net als de Joden, maar wel nomaden en werden zij voortdurend gecontroleerd door de Belgische politie. Hun verplaatsingen doorheen het land werden opgetekend en zij waren dan ook gemakkelijk op te sporen, zodra de bezetter de actie tegen de zigeuners inzette. Die ging van start in November 1943: 14 zigeuners werden op 5 November opgenomen in het Joods verzamelkamp te Mechelen. Hun massale arrestatie vind plaats begin December: op 9 December 1943 worden er 173 ingeschreven.

De letter Z die het zigeunertransport kenmerkt, is niet van de afkorting Zigeuner in het Duits. Ook Joodse konvooien die al vóór konvooi Z van 15 Januari 1944 vertrokken, droegen te letter Z. Deze duidt eerder op de konvooien van de eindoplossing, die niet bestemd zijn tot onmiddellijke uitroeiing bij aankomst. In het geval van de Joodse konvooien ging het om Hongaarse of Turkse Joden. Zij werden beschermd om diplomatieke redenen en werden doorgestuurd naar concentratiekampen die niet uitgerust waren voor de eindoplossing.

Op 13 December 1943 vertrok een konvooi Z met 132 Turkse Joden uit Mechelen, de mannen naar Buchenwald, de vrouwen en kinderen naar Ravensbrück. Meer dan de helft -69- zullen de gevangenschap overleven. Op 19 April 1944 vertrekt een ander konvooi Z met 14 Hongaarse Joden naar Bergen Belsen, waarvan er 4 overleven bij de Bevrijding. Tenslotte vertrekken 2 konvooien van Joden uit de oorlogvoerende landen uit Mechelen naar Vittel in Frankrijk: 29 personen op 23 April 1944 en 43 personen op 20 Juni. Het merendeel van hen overleeft, 26 van het konvooi van 23 April en 31 van het konvooi van 20 Juni 1944.

Het konvooi Z van 15 Januari 1944 wordt dan weer naar Auschwitz gestuurd, net zoals het 23e Joodse transport. Anders dan bij de vorige vertrekken van dubbele konvooien worden deze konvooien niet gefusionneerd voor hun aankomst ter bestemming. De zigeuners worden niet “behandeld” als Joden bij de aankomst in Auschwitz. De 351 gedeporteerden van het konvooi Z, met inbegrip van de kinderen, worden allen opgesloten in het concentratiekamp. Zelfs de kleine Jacqueline Vadoche, die maar 34 dagen oud is, de jongste gedeporteerde uit Mechelen, krijgt een inschrijvingsnummer.

Opgesloten in het kamp van de zigeunerfamilie, zullen de zigeuners de verschrikkelijke omstandigheden van het bestaan in het concentratiekamp niet overleven. Bij de Bevrijding der kampen zullen er slechts 13 overleven. Tenslotte zal het konvooi Z dat aan de selectie bij aankomst ontsnapte, evenzeer vernietigd worden als de meeste Joodse konvooien. Zelfs nog erger dan de konvooien uit 1944, waarvan het overlevingsgetal hoger ligt dan de 3,7% van het zigeunerkonvooi.

Het 23e konvooi, dat ook op 17 Januari 1944 aankwam, wordt wel onderworpen aan de onmiddellijke uitroeiing en in dezelfde verhouding als de andere Joodse konvooien. 63,9% van de Joodse gedeporteerden –420 personen- worden vermoord na hun aankomst. De 237 personen die in het concentratiekamp opgenomen en ingeschreven werden, zullen de gevangenschap beter weerstaan dan de zigeuners die op dezelfde dag aankwamen: 97 van overleven de Bevrijding, een overlevingsgetal dat hoger is dan het vorige: n.l. 14,8%.

Bron: het Memoriaal van de deportatie der Belgische Joden, blz. 33 en 34.

Alle rechten voorbehouden