Izak Hartog Cohen was geboren op 16 April 1920 in Leiden als de jongste van de twee zonen van David Cohen uit Uden en Kaatje Cohen uit Leeuwarden. Zijn oudere broer Lodewijk heeft de Holocaust overleefd. Izak Hartog Cohen trouwde op 22 jarige leeftijd in kamp Westerbork met de 16 jaar oudere Heintje Zilverberg, geboren op 14 Augustus 1904 in Hoogeveen als dochter van Jacob Zilverberg en Roosje de Groot.
Izak Hartog was een leerling aan het Nederlands Israëlitisch Semenarium om te worden opgeleid als godsdienstonderwijzer. Op 24 October 1938 kwam hij uit Leiden naar Amsterdam en woonde toen in de Tilanusstraat 24 II, waar hij verbleef tot Februrai 1942. Op 10 September 1940 was Izak Hartog nog betrokken bij een verkeersongeval; hij werd op zijn fiets aangereden door een motor van de Duitse weermacht, waarbij hij zijn regenjas scheurde was en zijn fiets beschadigd raakte. De aangifte daarvan is terug te vinden in de politierapporten Amsterdam ’40-’45 van 12 September 1940.
Begin Februari 1942 vertrok Izak Hartog naar Hilversum, waar hij werkzaam was als “opvoedend ambtenaar” in de noodlocatie van de S.A. Rudelsheimstichting op de Heideparkweg 51 in Hilversum, waarvoor hij vanaf 2 Februari 1942 wél een legitimatie van de Joodse Raad bezat (Z 0644) maar géén Sperre kreeg. Hij had weliswaar een “Sperrenummer”, 489694, maar dat nummer uit de serie 40.000-50.000 stond voor een “allegaartje”, een lijst met ruim 800 namen. Personen die op deze lijst stonden werden “Protektions un Angebotsjuden” genoemd, waar betreffende al dan geen uitstel van deportatie, nog nader naar gekeken moest worden.
Heintje Zilverberg was al sinds 1 Juni 1930 werkzaam als hoofd van de huishouding van de S.A. Rudelsheimstichting in de noodlocatie op de Heideparkweg 51 in Hilversum. Daarvoor werkte zij in de huishoudelijke dienst van het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis in Amsterdam en ook al in de Rudelsheimstichting. Hoogstwaarschijnlijk hebben Izak Hartog Cohen en Heintje Zilverberg elkaar daar ontmoet. Zij zijn beiden op 8 April 1943 vanaf dat adres afgevoerd naar Westerbork, waar zij in barak 66 en hij in barak 65 terechtkwam.
Vier dagen later, op 12 April 1943 zijn Izak Hartog Cohen en Heintje Zilverberg in Kamp Westerbork met elkaar in het huwelijk getreden. Of daar de gedachte achter zat dat zij door een huwelijk wellicht nog uitstel van deportatie kregen, dat is niet bekend. De wittebroodsweken duurde slechts 5 weken want op 18 Mei werden zij beiden op transport gesteld naar Sobibor. Bij aankomst aldaar op 21 Mei 1943 werden Izak Hartog Cohen en zijn vrouw Heintje Zilverberg onmiddellijk in de gaskamers van Sobibor vermoord.
Bronnen o.a. website wiewaswie.nl; Ondergang deel I door Dr. J. Presser blz. 290; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Izak Hartog Cohen en Heintje Zilverberg en het Register van huwelijksakten, opgesteld op de hulpsecretarie van de burgerlijke stand in het kamp Westerbork; archief van de gemeente Westerbork, opgenomen in het archief van de gemeente Midden-Drenthe te Beilen.