Verhaal

Duitsers roven Elburgse tuintje van Joodse Heintje en verpatsen het voor 300 gulden aan de kapper

Zijn stadje Elburg is voor hem nu anders dan anders. De blik waarmee Thomas Mulder (29) naar panden in de Beekstraat kijkt, is er eentje met historisch besef geworden. Ooit in handen van Joden en geroofd door de Duitsers. Maandenlang deed de Elburger voor het datajournalistieke platform Pointer van KRO-NCRV onderzoek naar de achtergronden en stuitte in het bijzonder op het tuintje van Heintje van Hamberg. 

Sacha Wunderink 16-06-20, 19:00

Het begint allemaal in september 1941. Joden moeten hun onroerend goed aanmelden bij de Niederländische Grundstückverwaltung. Heintje van Hamberg, dan 84 jaar, vervult net als duizenden andere Joden haar plicht. Ze maakt melding van haar (ouderlijke) woonhuis aan de Beekstraat 49, zes kamers/appartementen in het Sint Agnietenklooster die ze verhuurt en haar tuintje aan de Breedegang waar ze kruisbessen verbouwd.

Bloemetjes water gegeven

Het document wordt van grote waarde voor de bezetters. De Duitsers weten precies waar ze moeten zijn om Joden op te pikken voor deportatie. Bovendien is het een basis om panden te onteigenen en door te verkopen. Op 9 april 1943 staan de Duitsers bij de ongehuwde Heintje voor de deur. Mulder: ,,Het verhaal gaat dat ze de bloemetjes nog water heeft gegeven. Met het idee dat het voldoende zou zijn tot ze terugkwam.”

Van Elburg naar de dood in Sobibor

Terugkomen doet ze niet. Van de 24 opgepakte Elburgse Joden ziet slechts eentje, Anna Schapira,  haar woonplaats weer. De overigen worden vermoord in concentratiekampen. Zonder dat ze het weet, zijn er na Elburg voor Heintje van Hamberg nog maar 42 dagen te leven. Een maand brengt ze door in Kamp Vugt, waarna ze wordt doorgevoerd naar Westerbork. Op 18 mei gaat ze op transport naar Sobibor om daar drie dagen later de dood te vinden.

,,Van haar aangemelde vastgoed is alleen het tuintje onteigend én doorverkocht", weet Thomas Mulder. ,,De zes kamers werden na de oorlog door de gemeente gekocht en het geld ging naar de nabestaanden van een andere Joodse familie. Haar woning aan de Beekstraat werd in 1955 onbewoonbaar verklaard.”

Louche handel in de Verkaufsbücher 

Samen met zijn collega's van Pointer dook de Elburgse datajournalist in de administratie van de Duitse Verkaufsbücher. ,,Ooit waren er achttien delen. Met daarin beschreven welke panden en gronden van Joden zijn onteigend en doorverkocht. Dat zijn er 7107. Het eerste deel van deze boeken is nooit teruggevonden. Daardoor ontbreken de nummers 1 tot en met 449.”

Voor het beheer en verkopen van het onteigende onroerend goed gingen de Duitsers met een achttal makelaars in zee. ,,Veelal NSB’ers. Het geld ging naar de Liro-bank in Amsterdam. Een foute bank waar verkeerd geld terecht kwam.” 

Meer geroofd dan doorverkocht

De boeken geven alleen inzicht in doorverkocht onroerend goed. ,,In werkelijkheid is er veel meer geroofd. Geschat wordt dat er wel 15.000 tot 20.000 panden zijn onteigend. In Elburg heb ik de adressen onderzocht, waar vandaan de Joodse bewoners zijn weggevoerd. Ze komen niet in de boeken voor. Alleen het tuintje van Heintje, omdat deze is doorverkocht.”

Waarom al die andere Joodse eigendommen in het vestingstadje nooit zijn doorverkocht weet Mulder niet. ,,Misschien dat er gewoon geen belangstelling voor was? Dat Elburgers er geen goed gevoel bij hadden?”

Samen met historicus Willem van Norel, zijn oude geschiedenisleraar van het Lambertus Francken College, heeft Mulder geprobeerd zo veel mogelijk te weten te komen. Maar er zijn ook vragen onbeantwoord gebleven. ,,Ik weet dat Jan van de Wetering, een kapper, het tuintje van Heintje voor 300 gulden heeft gekocht. Waarom? Om er beter van te worden? Misschien. Maar het kan ook zijn dat het tuintje overwoekerde en hij er voor wilde zorgen."

Joden verraden, pand gekocht

Mulder wil dan ook  geen kwaad woord zeggen over deze ‘oorlogskoper’. ,,Hij is nooit veroordeeld. Dus ik weet niet of hij fout was. Ik heb me ook in Zwolse panden verdiept. Daar heeft iemand iets gekocht, terwijl hij Joden hielp onderduiken. Misschien juist wel om te voorkomen dat het in verkeerde handen viel? Een ander pand in Zwolle werd gekocht door een rijwielhandelaar die zijn Joodse overburen kort ervoor had verraden. Dat is anders. Die man is ook echt veroordeeld voor zijn oorlogsdaden.” 

Verder na een tip

Het ‘ideale’ verhaal heeft Mulder nog niet kunnen vinden op basis van de Verkaufsbücher, die het Nationaal Archief met het Kadaster hebben gedigitaliseerd. ,,Je hoopt dat je een pand vindt dat is onteigend en doorverkocht, waarvan de eigenaar het kamp heeft overleefd en is teruggekeerd. En dat je die persoon, of nabestaanden, daar nog over kan spreken. Dat is niet gelukt. Maar met al deze gegevens kunnen we nog jaren vooruit om mooie verhalen te maken. Als ik een goede tip krijg, ga ik er weer mee verder.”

De Stentor, 16 juni 2020.

https://www.destentor.nl/veluwe/duitsers-roven-elburgse-tuintje-van-joodse-heintje-en-verpatsen-het-voor-300-gulden-aan-de-kapper~af3134e2/?fbclid=IwAR0xqzTWPlDi6UtdmgNW3XSD_e_6YWrsrygyBpPMaXBstNcZ_xBxn8tpDP0