De arrestatie van Lilly Erna Adler op de Engweg 15 te Laren (nh)

Wanneer Lilly in het Gooi komt wonen is dat bij J.C. Beumer, chef de casino, aan de Hein Kverweg 3 te Laren. Vanaf 22-10-1940 werkt Lilly in Blaricum op Mosselweg 2 bij mevr. Bartholomea Horijaans, weduwe van Karel Joan Lodewijk Alberdingk Thijm en haar dochter Joanna Catharina Alphonsia Alberdingk Thijm. Na het overlijden van haar werkgeefster op 21-2-1941 vetrekt Lilly in oktober 1941 naar Singel 4 te Blaricum. Daarna wordt ze door de Duitse bezetter gedwongen te verhuizen naar Roompotstraat 14-II te Amsterdam. Hier staat ze officieel ingeschreven, maar feitelijk duikt ze onder bij Marretje Alijda Stork aan de Engweg 15. Tijdens de razzia van 24-12-1943 door groep X van de Rotterdamse recherche, wordt ze gearresteerd. In het politie dag- en nachtrapport van laren staat vermeld dat Mej. Stork en haar dienstbode zijn gearresteerd. Op vrijdag 10-12-1943 krijgt de Transportdienst van de Rotterdamse politie opdracht om een groep joodse onderduikers af te voeren. Dezelfde dag komt Lilly in Westerbork aan. Haar werkgeefster, Marretje Alijda Stork, wordt kort daarna afgevoerd naar Vught en wordt daar op 20-6-1944 vrijgelaten.