Oskar Glaser werd, na de dood van zijn vader Maximiliaan Glaser in 1937, opgenomen in het Nederlands-Israëlitisch Weeshuis aan de Amstel. Hij dook waarschijnlijk medio 1942 onder in Mook. Hij werd na bezoek aan zijn moeder, de weduwe Francisca Glaser-Krause, die in het Wilhelminaziekenhuis in Nijmegen werd verpleegd, gearresteerd. De verrader was de behandelende arts, aldus zijn zus Suzy. Toen Oskar het ziekenhuis verliet, werd hij gearresteerd door de politie. Ook zijn moeder moest het ziekenhuis verlaten en werd op een brancard naar Westerbork gebracht. Oskar bevond zich op 18-12-1942 in Westerbork en werd op 18-01-1943 op transport gesteld naar Auschwitz waar hij op 08-06-1943 werd vermoord, volgens de Oorlogsgravenstichting echter op 30-04-1943.

www.oorlogsdodennijmegen.nl Paul Glaser, Tante Roosje, Laren (NH) p 282 en 283.