In een document van maart 1963, geschreven door William Devon (voorheen Dywan, broer van vader van Hella) en Carl Heinz Rosenthal (vriend van de familie in Berlijn) is de volgende informatie gevonden:
De vader van Hella en Daniel was “meester kleermaker”en had een kleermakersbedrijf in de Kaiser Wilhelm Strasse 37. Het gezin woonde in een 4-5 kamerwoning bij het bedrijf.
Bij het bedrijf waren ongeveer 20 mensen in dienst.
Bij de zogenaamde “Polenaktion”van de Gestapo in de herfst 1938 werd de vader van Hella en Daniel gearresteerd en naar Polen gedeporteerd en werd het bedrijf en de woning door de Gestapo in beslag genomen.
De moeder is met haar beide kinderen in een gemeubileerde kamer gaan wonen.
Hella's broer Daniel vertrok met het kindertransport en arriveerde in Engeland in 1938. Hella vertrok met het kindertransport uit Duitsland in 1939 en kwam in Nederland terecht. Haar eerste bekende adres was in Rotterdam, eind november 1939.
De moeder van Hella en Daniel is haar man gevolgd naar het ghetto in Warschau. De ouders zijn in het ghetto omgekomen in 1943.