Barend Mozes Slagter was geboren op 11 Augustus 1884 als derde van de vijf kinderen uit het gezin van Mozes Barend Slagter en Rosetta Zoest. Hij begon zijn carrière als handelsreiziger in plateel-aardewerk, maar later werd hij eigenaar van een advertentiebureau en correspondent voor Joodse- en andere bladen. Op 16 Augustus 1916 trad hij in Rotterdam in het huwelijk met Henriette Polak; zij was geboren op 27 December 1885 in Middelharnis als dochter van Jacob Mozes Polak en Florette Broekhuijsen.
Barend en Henriette kregen samen zes kinderen, waarvan de jongste, Jacob Simon, op 25 Juli 1925 stierf, slechts zes maanden oud. De andere kinderen waren Mozes die in Juli 1917 was geboren, Rosetta in 1918, Florettha in 1920, Alida in 1921 en Saul Joseph in 1924. Van deze kinderen was Alida de enige die - vermoedelijk in de vroege zomer van 1942, met Jozeph Trijtel in het huwelijk trad. Alle andere kinderen waren nog ongehuwd, toen zij tijdens de Sjoa werden vermoord.
Toen Barend Mozes en Henriette getrouwd waren, betrokken zij een woning in de Mauritsstraat 35 in Rotterdam, gelegen niet ver van de Doelen. Daarna verhuisden zij in 1924 naar de Aert van Nesstraat 128b en op 15 September 1938 naar de Delftschestraat 61a. Door het bombardement van Rotterdam werd dit huis op 14 Mei 1940 verwoest en op 8 Augustus 1940 kregen zij een woning op de Essenburgsingel 82b.
Barend Mozes Slagter, zijn vrouw Henriette Polak en zijn kinderen Mozes Barend en Rosetta waren zogezegd "in dienst" bij de Joodse Raad en hadden daarvoor een legitimatie verkregen maar waren niet officieel gesperrt, d.w.z. voorlopig niet vrijgesteld van deportatie. De kinderen Florettha, Saul Joseph en Alida met haar echtgenoot hebben zeer waarschijnlijk gehoor gegeven aan de oproep voor de “Arbeitseinsatz” en waren al op 31 Juli 1942 in Westerbork en gingen op 3 Augustus op transport naar Auschwitz. Onbekend is wanneer precies zij daar om het leven zijn gekomen maar de Nederlandse overheid heeft na de oorlog overlijdensaktes voor hen laten opmaken waarin is vastgesteld dat zij op 30 September 1942 in Auschwitz zijn overleden.
Hun dochter Rosetta werd 22 April 1943 naar het concentratiekamp Vught afgevoerd en is uiteindelijk op 9 Juli 1943 in Sobibor vermoord. Barend Mozes Slagter, zijn vrouw Henriette Polak werden samen met hun zoon Mozes Barend op 10 April 1943 opgepakt en afgevoerd naar Westerbork waar zij in barak 57 hebben moeten wachten op hun deportatie. Mozes Barend werd pas op 13 Juli op transport gesteld naar Sobibor, waar hij op 16 Juli 1943 werd vermoord.
Barend Mozes Slagter en Henriette Polak verbleven tien dagen in Westerbork; vermoedelijk omdat zij verwachtten naar een werkkamp gestuurd te worden, heeft Barend Mozes via Dr.Bloch bij de Medische afdeling 1000 biergistpillen voor de gezondheid van zijn vrouw en van hem zelf besteld. Meegedeeld werd dat het niet om een bestelling van het ziekenhuis ging maar dat ze bestemd waren voor een particulier. Omdat er geen naam van een apotheek was opgegeven, moesten die pillen dan met nota worden afgeleverd. Uit de bestaande documenten is echter niet duidelijk geworden of die biergistpillen ook daadwerkelijk aan Barend Mozes Slagter zijn afgeleverd. Op 20 April 1943 werden zij op transport gesteld naar Sobibor en bij aankomst aldaar op 23 April 1943 direct in de gaskamers vermoord
Bronnen o.a. het Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Barend Mozes Slagter; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Barend Mozes Slagter, Henriette Slagter-Polak, van Mozes Barend, Rosetta, Florettha, Alida en Saul Joseph Slagter .