In heel Limburg vond op 31 maart 1944 een razzia plaats, op zoek naar ondergedoken gemengd gehuwden, die zich niet hadden gemeld voor de toen voor hen geldende arbeidsplicht. Minstens zeven werden er die dag Westerbork binnengebracht. Zij overleefden allen de oorlog, maar dit was niet het geval met de vier gelijktijdig aangetroffen Joden die niet gemengd gehuwd waren: Jetta Elekan-Schnock uit Venlo, Salomon Zeligmann uit Meerssen, Benjamin Holländer uit Maastricht en Leentje Samuel-Noach uit Deventer.
Bron: Herman van Rens, Vervolgd in Limburg. Joden en Sinti in Nederlands-Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog (Dissertatie Universiteit van Amsterdam 2013, Maaslandse Monografieën 76; Hilversum: Verloren, 2013, 447 pp., ISBN 978 90 8704 353 7).