Jochebed Levisson doet in juni 1927 haar examen voor apothekersassistente. Ze trouwt in januari 1934 met Rudolf Hilfman in Leopoldville (Belgisch Congo). Ze wonen er aan het Kutu meer. Wanneer Jochebed moet bevallen in 1938 keren ze terug naar Nederland, waar ze de beschikking krijgen over een étage die behoorde bij de bakkerij van haar eigen ouders, Israël Levisson. Rudolf vindt een baan als vertegenwoordiger van een kartonnagefabriek. In 1941 vragen ze een paspoort aan om te emigreren. Tijdens de oorlog zijn beiden gesperrt vanwege hun werk voor de Joodsche Raad. Jochebed vanwege haar functie als apothekersassistente en Rudolf omdat hij ‘chef de bureau’ broodvoorziening is. Op zijn cartotheek kaart staat vermeld dat hij een gymnasiumdiploma heeft en vroeger ontdekkingsreiziger was en dat hij één arm mist [in werkelijkheid betrof het een hand].[1] Samen komen ze op 20-6-1943 aan in Westerbork Jochebed gaat naar confectiefabriek van Hertzberger in barak 58 en Rudolf naar de metaalopslagbarak 93). Op 29-6-1943 gaat ze op transport.
[1] Jochebed Henriette Levisson (*Amsterdam 12-3-1908) x Rudolf Hilfman (*Parimaribo 1-3-1906).
Samenvatting deportatie gezin
Benjamin is de eerste die wordt opgepakt, Hij gaat op 15-7-1942 rechtstreeks via Amersfoort naar Auschwitz. Daarna volgen Jochebed, haar man Rudolf en haar ouders Israël en Frederika Levisson, die op 20-6-1943 in Westerbork aankomen. Op 29-6-1943 gaan ze op transport. Haar broer Mozes Levy met zijn vrouw Carolina Pagrach komen een dag later op 21-6-1943 aan in Westerbork en gaan een week later op 6-7-1943 op transport. Oudste zus Sara en haar man Manuel en broer Eliazer en zijn vrouw Roosje komen op 29-9-1943 aan in Westerbork. Eliazer en Roosje gaan op 16-11-1943 op transport, Sara en haar man gaan op 8-2-1944 op transport.
info: aaldrik2001@yahoo.com