Volgens onderstaand boek was de aanleiding tot de arrestatie van de familie Pino als volgt. Jakob Pino begaf zich op straat en werd aangehouden. Zijn vervalste persoonsbewijs werd niet doorzien en hij mocht doorlopen. Toch vertrouwde Jakob het niet en liet hij de dominee aan burgemeester Schokking vragen of hij en zijn gezin wel veilig waren in Hazerswoude. De burgervader vond dat zo’n vreemd verzoek, dat hij vermoedde dat de Duitsers hem met het Joodse gezin in de val wilden lokken. Schokking besloot hen te laten arresteren, net als hun onderduikgever. De SD werd ingelicht, maar die reageerde niet. Na twee weken belde Schokking nog een keer. Hem werd verteld dat hij zelf de arrestanten naar de gevangenis in Scheveningen moest overbrengen, wat vervolgens gebeurde.
De affaire werd in 1955 door twee journalisten van het Haagsch Dagblad opgerakeld, toen Schokking burgemeester van Den Haag was. Opnieuw verdedigde hij zich met de complottheorie. Uiteindelijk leidde de kwestie zelfs tot een Kamerdebat. Men besloot om Schokking niet te vervolgen, maar hij diende een maand later wel zijn ontslag in.
Zie voor uitgebreide informatie onderstaand boek.
Kees Visschedijk, ‘Waar ze ook heen gaan, ze hebben in elk geval mooi weer’: herinneringen aan de wegvoering van de Alphense Joden in 1942: Joodse onderduikers in Boskoop en Hazerswoude (Voorburg, herziene druk 2014) 68-70.