Isidor Ephraim was een zoon van Salomon Jacques Ephraim en Betje Wijnschenk. Hij was in Amsterdam op 23 November 1901 geboren en was diamantslijper van beroep. Hij trouwde op 12 Februari 1924 in Borgerhout met Lea Vos, een dochter van Andries Vos en Aaltje Bonn en kreeg met haar twee kinderen, t.w. Salomon Jacques en Andries.
Nadat zij gehuwd waren woonde Isidore met zijn vrouw Lea vanaf Juni 1924 in Antwerpen, Borgerhout en Deurne. In Antwerpen werd op 20 Juli 1924 hun eerste zoon Salomon Jacques geboren en in Borgerhout volgde op 3 April 1926 hun tweede zoon Andries. Het gezin bleef nog tot Juli 1931 in Deurne wonen maar keerden op 31 Juli terug naar Amsterdam waar zij een woning betrokken op de Tugelaweg 33 II.
Op 16 Juli 1942 werden Salomon Jacques en Andries opgeroepen voor de zogenaamde werkverruiming in Duitsland, de “Arbeitseinsatz” en zij meldden zich bij Kamp Westerbork. Op 21 Juli 1942 werden zij beiden met het 3e transport vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd waar zij enkele dagen later als dwangarbeiders bij aankomst tewerkgesteld werden. Hun beider datum van overlijden is na de oorlog door het Ministerie van Justitie vastgesteld als op 30 September 1942 in Auschwitz.
Niet veel later, begin October 1942 werden grootscheepse razzia’s gehouden waarbij duizenden Joden werden gearresteerd en afgevoerd naar Westerbork. Ook Isidore Ephraim en zijn vrouw Lea Vos waren slachtoffers van deze razzia. Omdat de Duitsers tegelijkertijd alle Joodse werkkampen in Noord Nederland liquideerden en de Joodse dwangarbeiders eveneens naar Westerbork brachten en het kamp niet berekend was op zoveel mensen, was het daar een grote chaos.
Het duurde nog tot 6 November totdat Isidore Ephraim samen met zijn vrouw Lea Vos op transport gesteld werden naar Auschwitz. Bij aankomst aldaar op 9 November 1942 werd Lea Vos onmiddellijk vermoord in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau. Isidore Ephraim daarentegen werd bij aankomst geselecteerd als dwangarbeider en tewerkgesteld maar niet bekend is waar hij toen terechtkwam.
Wel bekend is dat Isidore op enig moment in het concentratiekamp Dachau terechtgekomen is, waar hij het gevangenen nummer 120269 kreeg. Op 3 Mei 1950 is er een overlijdensverklaring opgemaakt in het Sonderstandesambt Arolson, Kreis Waldeck, (Bijzonder Registratiekantoor van de Burgerlijke Stand Arolson, district Waldeck) waarin staat dat Isidore Ephraim als “Insasse” (bewoner) van Dachau daar op 19 Januari 1945 om het leven is gekomen.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Isidore Ephraim, archiefkaarten van Isidore Ephraim, Lea Vos, Salomon Jacques Ephraim en Andries Ephraim, het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Isidore Ephraim, Lea Vos, Salomon Jacques Ephraim en Andries Ephraim; website ITS Arolson, overlijdensverklaring Isidore Ephraim.