Mozes Stibbe, een zoon van Elias Salomon Stibbe en Fronica Gosschalk, was op 13 September 1874 in Zwolle geboren. Hij begon zijn werkzame loopbaan als bakkersknecht, maar werd later koopman in jute zakken. Hij trouwde op 25 October 1898 in Zaandam met Sara Stodel, een dochter van Joseph Stodel en Betje Metz die op 9 Mei 1870 in Amsterdam geboren was. Het echtpaar kreeg vier kinderen, t.w. Rosalie in 1899, Elisabeth in 1900, Elias in 1904 en Joseph in 1906. Rosalie overleed echter al op 27 Januari 1900 in Amsterdam: zij werd slechts 6 maanden oud. De andere drie kinderen werden tijdens de Sjoa vermoord.
Hun andere dochter, Elisabeth trouwde in Juni 1922 in Amsterdam met de diamantbewerker Jacob Cardozo, een zoon van Jacob Cardozo en Elisabeth Koekoek. Hij was in 1891 in Amsterdam geboren, maar al sinds Augustus 1921 in Antwerpen werkzaam en woonachtig. Nadat het huwelijk gesloten was, vertrok Elisabeth eveneens naar Antwerpen, waar op 21 Februari 1929 hun dochter Elisabeth werd geboren.
Mozes Stibbe vertrok met zijn vrouw en beide zonen eind Februari 1923 vanuit Amsterdam naar Middelburg en verbleef daar tot Mei 1931, verhuisde toen naar Rotterdam en vervolgens in Juni1934 naar de Ruyschstraat 84 in Amsterdam. Hun zoon Elias echter kwam in December 1934 weer terug in Rotterdam; zijn ouders en broer Joseph bleven in Amsterdam en woonden nog op verschillende adressen.
Op 4 April 1938 overleed Mozes’echtgenote Sara Stodel maar het is niet bekend waar zij werd begraven. Op 20 Maart 1940 hertrouwde Mozes Stibbe met Sellie Eljon; zij was een dochter van Eliazer Jacob Eljon en Sophia Weltevreede en geboren op 23 December 1875 in Amsterdam. Sellie was eerder gehuwd geweest met Israel Koren die op 3 October 1937 was overleden. Samen met hem kreeg zij drie kinderen t.w. Isaac, Jansje en Branca Koren.
Op die 20e Maart 1940 werden Mozes Stibbe en zijn zoon Joseph na verhuizing tevens officieel geregistreerd op het adres Rustenburgerstraat 52 I en Sellie Eljon trok diezelfde dag nadat het huwelijk was gesloten, bij hen in. Het zou ook hun laatst bekende adres in Nederland blijken te worden.
Op 4 Februari 1943 werd de 37-jarige en nog ongehuwde pakhuisknecht Joseph Stibbe opgepakt en afgevoerd naar Westerbork, vanwaar hij op 9 Februari op transport gesteld werd naar Auschwitz. Bij aankomst aldaar werd Joseph als dwangarbeider geslecteerd maar het is niet bekend waar hij uiteindelijk tewerkgesteld werd, noch de datum waarop hij daar om het leven is gekomen. Daarom heeft het Nederlandse Ministerie van Justitie na de oorlog opdracht gegeven aan de Gemeente Amsterdam om voor Joseph Stibbe een akte van overlijden op te maken, waarin is vastgesteld dat hij op 30 April 1943 in Auschwitz is overleden.
Ruim twee maanden later, op 13 April 1943 werden Mozes Stibbe, zijn tweede vrouw Sellie Eljon vanuit hun hun huis opgepakt en afgevoerd naar Westerbork, waar zij in barak 57 hebben moeten wachten op hun deportatie. Die volgde op 20 April 1943 naar Sobibor waar beiden met nog 1164 andere gedeporteerden, onmiddellijk in de gaskamers werden vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, Gezinskaarten Mozes Stibbe en Israel Koren; archiefkaarten van Mozes Stibbe, Sellie Eljon en Joseph Stibbe; Stadsarchief Rotterdam, gezinskaarten Mozes Stibbe; woningkaart Rustenburgerstraat 52 Amsterdam;overlijdensakte opgemaakte in Amsterdam voor Sara Stibbe-Stodel uit register 3-folio 48verso d.d. 4 April 1938, overlijdensakte opgemaakte in Amsterdam voor Joseph Stibbe, nr. 527 d.d. 15 Mei 1951 uit het A-register 74-folio 89verso; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Mozes Stibbe, Sellie Stibbe-Eljon en Joseph Stibbe en de wikipedia website Jodentransporten vanuit Nederland.nl.