Daniël Hess is op 26 september 1919 geboren in Papenburg (Hannover) als derde kind van Max Hess en Rositah Hess Löbenstein. In 1938 vlucht Daniël naar familie in Nederland, de echtgenoot Louis van Straten van zijn (in 1933 overleden) tante Mina Van Straten Hess die met zijn tweede vrouw en kinderen een slagerij heeft in Deil (Gelderland). Als het daar in 1942 te gevaarlijk wordt duikt Daniel onder bij de familie Duizer te Asperen gevolgt door zijn neef Joseph van Straten in 1943. De familie Duizer wordt beloond voor haar inzet met een erkenning door Yad Vashem (https://www.yadvashem.org/righteous/stories/verhoef-duizer.html). Helaas houdt Daniël het niet vol in Asperen, tegen advies van de familie en zijn neef stapt hij op de trein naar Amsterdam waar hij (naar zeggen) een vriendinnetje wil opzoeken waar hij verliefd op is. Hij wordt onderweg of in Amsterdam opgepakt, beland in Westerbork op 12 juni 1943 en wordt in de trein van 29 juni 1943 naar Sobibor gebracht waar hij op 2 juli 1943 vermoord wordt. Joseph van Straten overleeft de razzia en oorlog in Asperen, trouwt met de dochter des huizes en verhuist naar Israel waar hij in 1989 overlijdt.
Vader Max Hess en moeder Rosita Hess Löbenstein en twee broers en een zuster overleven de oorlog door in 1936 te emigreren naar Buenos Aires (Argentinië). Vader sterft daar op 3 september 1950 waarna zoon Yosef verhuist naar Israel, moeder Rosita, dochter Sophie (getrouwd 23 februari 1937 met Karl Wolff in Buenos Aires) en zoon Yulyos (Julius) emigreren naar San Diego USA waar zij sterven en hun nazaten nog immer leven.