Het jonge echtpaar Juda en Mirjam Weijl-Frank vat in 1942 het plan op naar veiliger oorden te vluchten, maar wordt op 23 oktober 1942 in België door de Duitse douane-inspekteur Göthling van het Brusselse Devisenschutzkommando aangehouden en op 15.01.1943 met Transport
XVIII/XIX vanuit het doorgangskamp Mechelen naar Auschwitz gedeporteerd.
De trein waarmee beiden worden vervoerd bestaat dan nog uit normale derde klas rijtuigen met ramen die geopend konden worden. Bij de deportatie daarop worden hermetisch afgesloten goederenwagons ingezet om het aantal ontsnappingen te reduceren.
Bron Insa Meinen: "Die Shoah in Belgien", blz. 93
Vertaald en bewerkt door Carla Berkhout-Blond