In den Haag werd op 8 Maart 1927 het huwelijk gesloten tussen Elizabeth van Geldere en Jacob Meijers. Elizabeth was een dochter van Barend van Geldere en Sara Schielaar en was op 10 December 1900 in Rotterdam geboren. Zij had nog ouder zusje die op 3 ½ jarige leeftijd was gestorven en een jongere zus Helena Roza. Jacob Meijers was een zoon van Izaak Meijers en Johanna de Winter. Op 22 November 1937 werd hun enige zoon Izaak Rudy geboren; hij overleefde de Holocaust.
Jacob Meijers was geboren op 7 October 1891 in Stad Doetinchem als tweede in het gezin van Izaak Meijers, waar acht kinderen geboren werden. Eduard en Isedore zijn echter al kort na hun geboorte overleden. Abraham, Leopold en Michel hebben de Holocaust overleefd maar Jacob zelf, Elizabeth en Emiel zijn met hun gezinnen tijdens de Sjoa vermoord. Hun ouders, Izaak en Johanna, waren al in de jaren ’20 overleden.
Na haar huwelijk in Maart 1927, vertrok Elizabeth van Geldere een week later, op 16 Maart 1927 vanuit haar ouderlijk huis in de Molenstraat in Den Haag naar de Willemstraat 10 in Doetinchem, waar zij officieel werd ingeschreven als de echtgenote van Jacob Meijers. Jacob verdiende zijn brood als zakkenhandelaar en was ook een actief lid van de kehilla van Doetinchem. Hij maakte zich o.a. verdienstelijk voor “het 60-jarige bestaan der Synagoge en de Kehilla”.
Toen de oorlog uitbrak en de registratie van alle Joden in Nederland bij de Joodse Raad verplicht werd gesteld, en er door de Duitsers talloze anti-Joodse maatregelen van kracht werden, begon de vervolging van de Joden van Doetinchem in najaar van 1942. Het zal ook in het najaar van 1942 geweest zijn dat Jacob Meijers werd gearresteerd en in handen kwam van de SD in Arnhem. Hij had namelijk zilveren voorwerpen bij zijn buren ondergebracht. Natuurlijk was Jacob verlinkt door verklikkers. (bron “Het Oude Volk door Hans Kooger, pagina 60).
Uit de registratiekaart uit de cartotheek van de Joodse Raad van Jacob Meijers blijkt, dat hij op 9 December 1942 vanuit “Amersfoort” naar Westerbork werd overgebracht en daar werd ingesloten in strafbarak 66. Het was niet ongebruikelijk dat arrestanten van de SD vanuit het politiebureau van Arnhem werden doorgestuurd naar Westerbork. Zijn zoontje was inmiddels wegens een “zeer besmettelijke ziekte” opgenomen in het ziekenhuis in Arnhem van waar hij later door Michel Meijers, een broer van zijn vader, opgehaald en werd opgenomen in zijn gezin, waardoor hij, zijn oom en tante en neef Leo de Holocaust hebben overleefd.
Jacob’s echtgenote Elizabeth werd op 18 October 1942 gearresteerd en afgevoerd naar Westerbork. Haar man was vermoedelijk nog in Amersfoort en kwam op 9 December in het kamp aan. Zowel Jacob Meijers als zijn vrouw Elizabeth Meijers van Geldere werden op 12 December op transport gesteld naar Auschwitz, waar zij bij aankomst aldaar op 15 December 1942 onmiddellijk werden vermoord in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Barend van Geldere; het Gemeente Archief Den Haag, gezinskaart Barend van Geldere; huwelijksakte uit Den Haag Van Geldere-Meijers van 8-3-1927; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Jacob Meijers en Elizabeth Meijers-van Geldere; informatie Kamp Amersfoort over Jacob Meijers; Pinkas pagina 339-Doetinchem, de bezettingsjaren en Hans Kooger, “Het Oude Volk” pagina 33 e.v. (een kroniek van Joods leven in de Achterhoek, Liemers en het grensgebied.)