Louis Porcelijn was de jongste van de zeven kinderen van Salomon Porcelijn en Rika Augurk. Hij werd op 17 Juli 1916 in Amsterdam geboren en werkte net als zijn vader in vis, als koopman en winkelier in vis. Op 3 April 1940 trouwde hij in Amsterdam met Marianne Slagter, een dochter van Benjamin Slagter en Jeanne Hamme. Marianne, die mantelnaaister van beroep was, werd geboren in Amsterdam op 27 Januari 1921.
Louis kwam, net als zijn ouders en andere broers en zussen, op 24 October 1924 vanuit Nijmegen weer in Amsterdam wonen. Tussen October 1924 en April 1938 verbleef de familie Porcelijn op diverse adressen in de stad maar per 12 April 1938 werd hun adres – ook dat van Louis – Ruyschstraat 79 I in Amsterdam-Oost.
Op 3 April 1940 betrok Louis met zijn kersverse bruid Marianne Slagter een woning in de 3e Oosterparkstraat 83 II, waar op 4 October 1940 hun dochter Rika werd geboren. De familie verhuisde in korte tijd nog naar de Dani Theronstraat, de Blasiusstraat en per 11 September 1942 trokken zij in bij Marianne’s vader Benjamin Slagter, die in de Kraaipanstraat 69 I in de Amsterdamse Transvaalbuurt woonde.
Ondanks dat Louis Porcelijn winkelier in vis was, heeft hij van de Joodse Raad géén z.g. “Joodsch Lokaal Sperre” gekregen (Lok-Z), waarmee de viswinkel als een Joods Lokaal werd aangemerkt, waar uitsluitend Joden mochten kopen. Mogelijk werkte Louis bij zijn vader Salomon Porcelijn, die zo’n Sperre wél bezat, waardoor hij en zijn vrouw Rika Augurk “pas” op 16 Februari 1943 op transport gesteld werden.
Louis echter, samen met zijn vrouw Marianne en hun dochtertje Rika, werden ten tijde van de massale razzia’s van begin October 1942 gearresteerd en afgevoerd naar Westerbork. Ergens tussen 3 en 5 October kwamen zij daar aan om gelijkertijd daar een grote chaos aan te treffen; ter zelfder tijd hadden de Duitsers namelijk besloten om alle Joodse werkkampen in Noord-Nederland te liquideren en alle Joodse dwangarbeiders arriveerden toen eveneens in Westerbork om te worden gedeporteerd naar het Oosten.
Louis Porcelijn, zijn vrouw Marianne Slagter en hun dochtertje Rika Porcelijn werden vervolgens op 12 October 1942 naar Auschwitz gedeporteerd in een transport van in totaal 1711 gedeporteerden. Dit transport arriveerde in Auschwitz op 15 October, waarbij Marianne Porcelijn-Slagter en haar dochterje Rika toen direct werden vergast in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau.
Louis werd daarentegen bij aankomst in Auschwitz geselecteerd om als dwangarbeider tewerkgesteld te worden. Het is niet bekend waar hij terechtgekomen is, noch is de exacte datum bekend waar en wanneer en onder welke omstandigheden hij om het leven is gekomen. Na de oorlog hebben de Nederlandse autoriteiten - mede op basis van getuigenissen van overlevenden en andere informaties – vastgesteld dat Louis Porcelijn na 31 Maart 1944 niet meer in leven kon zijn. Het Ministerie van Justitie heeft toen opdracht gegeven aan de Gemeente Amsterdam om voor Louis Porcelijn een akte van overlijden op te maken, waarin is vastgesteld dat hij op 31 Maart 1944 (ergens) in Polen is overleden.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Salomon Porcelijn, archiefkaarten Louis Porcelijn en Marianne Slagter; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Louis Porcelijn, Marianne Porcelijn-Slagter en Rika Porcelijn; de wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl en de overlijdensakte nr. 57 d.d. 30 October 1953 uit het A-register 102-folio 11 voor Louis Porcelijn, opgemaakt te Amsterdam.