Henriette Velleman was een dochter van Levie Velleman en Rebecca Italiaander. Zij was als 3e van de 6 kinderen geboren in Sloten op 18 November 1899 en trouwde op 19 Juni 1929 in Amsterdam met haar volle neef Simon Bierman. Hij was een zoon van Levie Bierman, die gehuwd was met een zus van Rebecca Italiaander, Sara Italiaander en geboren in Amsterdam op 4 November 1903. Na de geboorte van het 10e kind van Levie Bierman en Sara Italiaander stierf Simon Bierman’s moeder de volgende dag in het kraambed op 9 Juli 1910.
Het echtpaar Bierman-Velleman had geen kinderen. Simon woonde voor zijn huwelijk in de Reitzstraat 1 in Amsterdam-Oost en Henriette op de Nieuwe Meerdijk 41 in Haarlemmermeer. Nadat zij getrouwd waren, betrokken zij op 23 November 1929 een woning in de Christiaan de Wetstraat 2 in Amsterdam-Oost, verhuisden op 25 September 1931 naar de President Brandstraat 11 en per 17 September 1934 naar de Blasiusstraat 53.
Toen Henriette Velleman vanuit de Haarlemmermeer op 22 Juni 1929 werd ingeschreven in het Amsterdamse Bevolkingsregister, werd zij geregistreerd als “apotheekster”. Simon Bierman was toen kleermaker van beroep. Vanaf 1934 hadden Simon Bierman en Henriette Velleman een brandstoffenhandel. Maar in de voorjaars- en zomermaanden ventte Simon met consumptie ijs in Amsterdam Oost, (later ook in West), waarvoor hij een vergunning had. De andere maanden ventte hij zijn brandstoffen uit.
Henriette Velleman was door de Joodse Raad “gesperrt wegens echtgenoot”, die net als zij weliswaar was opgeroepen voor de “Arbeitseinsatz” maar daarvoor was vrijgesteld volgens lijst 8/2b. Henriette zou op 2 November 1942 worden gedeporteerd maar die deportatie is geschrapt. Zij had een Sperre nummer 90074 uit de serie vrijstellingsstempels met de nummers tussen 80.000 en 100.000, die in feite de eigenlijke Joodse Raad stempels waren. Zij werkte vanaf 3 Mei 1943 bij de afdeling levensmiddelen van de Joodse Raad.
Echter bij de door de Duitsers in het geheim voorbereidde razzia van 20 Juni 1943 werd ook Henriette Bierman-Velleman gearresteerd als een nog niet gedeporteerde Joodse bewoner om haar alsnog te deporteren. In totaal werden toen 5542 Joden opgepakt en per trein naar Westerbork afgevoerd. Op 29 Juni 1943 werd zij op transport gesteld naar Sobibor waar zij bij aankomst op 2 Juli 1943 onmiddellijk in de gaskamers werd vermoord.
Overigens werd haar man Simon Bierman ondanks zijn vrijstelling, toch op 2 November 1942 naar Auschwitz gedeporteerd, maar kwam via Kozel in één van de werkkampen van Opper-Silesië terecht. Onbekend is waar en wanneer hij om het leven is gekomen. De Nederlandse autoriteiten hebben na de oorlog vastgesteld dat hij op 31 Maart 1943 in Midden Europa is overleden.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten van Levie Velleman en Levie Bierman en Simon Bierman, archiefkaarten van Henriette Velleman en Simon Bierman; marktkaarten uit Amsterdam van Simon Bierman; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Henriette Bierman-Velleman en Simon Bierman.