Dina Pront was de ongehuwde dochter van Zacharias Pront en Selly Lakmaker. Zij was geboren in Amsterdam op 22 Maart 1898 en was werkzaam als handwerkster in een kleermakerij. Zij woonde thuis bij haar ouders, die vanaf Juli 1895 in de Ververstraat 14 in de Nieuwmarktbuurt van Amsterdam-Centrum woonden. Dina werd daar in 1898 geboren en toen haar ouders in Juni 1905 verhuisden naar de Blasiusstraat107 1e etage, ging Dina uiteraard mee.
Dina was de vierde van de vijf kinderen in het gezin Pront. Haar vier broers waren Jacob, Izak, Abraham en Gerrit, die later allen tijdens de Sjoa werden vermoord, net als haar moeder Selly Lakmaker en ook zijzelf. Haar vader Zacharias was al eerder in Amsterdam overleden; hij stierf op 2 Juni 1937 en werd begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen.
Dina werkte sinds Augustus 1916 bij de confectiefabriek Hollandia Kattenburg in Amsterdam, waar de Duitsers op 11 November 1942 een inval deden en alle Joodse werknemers hebben weggevoerd. Dina is uiteindelijk op 30 November met het z.g. Kattenburgtransport op transport gesteld naar Auschwitz. Dit transport omvatte in totaal 826 personen, waarvan er 367 Joodse medewerkers van de Hollandia Kattenburg fabriek waren.
Het transport maakte nog een tussenstop in Kozel, waar 170 personen (jongens en mannen) de trein moesten verlaten om als dwangarbeiders in de omliggende werkkampen van Opper Silezie tewerkgesteld te worden. De overige gedeporteerden, waaronder ook Dina Pront werden verder naar Auschwitz vervoerd en Dina Pront werd na aankomst aldaar op 3 December 1942 in de gaskamers van Auschwitz-Birkenau vermoord.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Zacharias Pront, archiefkaart Dina Pront; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Dina Pront en de website jodentransporten vanuit Nederland.nl.