Verhaal

De familie van Nathan Polak en Henriette de Leeuwe

Door: Astrid

Het 7e en jongste kind van Meijer Polak en Clara Canes was Nathan Polak. Van Nathan zijn geen gegevens over een militaire keuring gevonden en zijn archiefkaart is in 1948 gereconstrueerd, waarschijnlijk als gevolg van eerdere vernietiging. Op de archiefkaart is geen beroep ingevuld, maar het is via andere bronnen bekend dat hij in de diamantindustrie werkte.

Op 28 maart 1912 werd hij als leerling roosjesslijper toegelaten tot de Diamantbewerkersbond. Hij was toen nog geen 15 jaar en woonde bij zijn moeder thuis aan de Houtkopersburgwal 13 III hoog. Zijn opleiding volgde hij bij de diamantslijperij Hekster en Schenkkan aan de Joden Houttuinen 33-37. Nadat hij op 22 december 1915 zijn proeve van bekwaamheid had afgelegd, ging hij bij diamantslijperij Cohen en Wolder werken aan de Rapenburgerstraat 38-42. In 1918 werd hij volwaardig lid van de bond.

Op 6 mei 1920 trouwde Nathan in Zaandam met Henriette de Leeuwe, dochter van briljantslijper en briljantversteller Abraham de Leeuwe uit Den Haag en Mina Hamburg uit Amsterdam. Na hun trouwdag zijn Nathan en Henriette aan de Blasiusstraat 82 I hoog in de Oosterparkbuurt gaan wonen en al snel kwamen er 6 kinderen die allemaal op dit adres geboren zijn: Clara, Max, Abraham, Mina, Sara en Louis Polak.

De hele familie is in de kampen omgekomen, behalve dochter Sara. Zij is op jonge leeftijd in 1933 overleden en is slechts 3 jaar oud geworden. Op 29 januari 1940, een paar maanden voordat de oorlog begon, verhuisde de familie naar een straat verderop in dezelfde buurt, naar de Ruijschstraat 53 I hoog. Dit is hun laatstbekende woonadres. Vanaf 1942 gaat het mis met deze familie.

Op basis van hun kaarten uit de cartotheek van de Joodsche Raad is informatie opgehaald. Van de jongste kinderen Mina en Louis zijn geen aparte kaarten in die cartotheek gevonden, en dat komt waarschijnlijk omdat ze op de kaart van vader Nathan zijn vermeld, vanwege hun jonge leeftijd.

Allereerst werden dochter Clara en haar broer Abraham opgepakt en naar Westerbork gebracht, vermoedelijk ergens in juni of juli 1942. Op hun kaarten staat dat Clara kantoorbediende was en Abraham fabrieksarbeider. Abraham is op 15 juli 1942 op transport gezet en Clara op 27 juli 1942. Ze zijn beiden op dezelfde dag in Auschwitz omgekomen: 30 september 1942.

Op de kaart van Nathan staat verwarrende informatie met diverse aanduidingen: "3/5 oktober 1942 in barak 59, 7/10/42, 25/11 uit WBK ontslagen, ontslagen 28/11/42, 20/6/43 weer in WBK barak 67". Als contactadres staat op zijn kaart vermeld: ”Fa Kuiper Ruyschstraat 64 A’dam”. Het lijkt erop dat Nathan, Henriette, Mina, Louis en Max tegelijkertijd begin oktober 1942 zijn opgepakt en naar Westerbork zijn gebracht. Blijkbaar is zoon Max toen op 19 oktober 1942 op transport gezet. De tijd tussen zijn transport en zijn dood in Auschwitz op 28 februari 1943 is relatief lang. Het vermoeden bestaat dat Max, voordat hij werd vermoord, nog ergens als dwangarbeider is ingezet.

Het is niet duidelijk of Nathan, Henriette, Mina en Louis daarna uit Westerbork zijn vertrokken (25 of 28 november 1942), maar ze werden wel gezamenlijk op transport gezet op 6 juli 1943. Ze zijn met z’n vieren tegelijk op 9 juli 1943, direct na aankomst, in Sobibor vermoord.

Clara Polak was 22 jaar, Max 19 jaar, Abraham was 17 jaar, Mina was 16 jaar en Louis was 10 jaar.

Gebaseerd op de indexen van het stadsarchief van Amsterdam en informatie van de websites wiewaswie.nl, oorlogslevens.nl, de Arolsen Archives en van de Diamantbewerkersbond.