Jacob Dingsdag was één van de twaalf kinderen van Levie Dingsdag en Mietje Theeboom. Hij was in Amsterdam geboren op 27 Juni 1908 en werkte als slagersknecht. Later verdiende hij zijn brood als koopman en (kleding)perser. Op 16 November 1938 trouwde hij met de in Duitsland geboren Henriette Suiskind, die op 8 Januari 1912 in Schüttdorf was geboren als dochter van Samson Suiskind en Rosa Helena Goedhart. Het echtpaar had geen kinderen.
Henriette Suiskind woonde na haar geboorte o.a. in Enschede. Voordat zij in 1934 naar Amsterdam kwam, woonde zij in Stad Delden. Zij had nog twee zusters en twee broers, t.w. Sophie die de oudste was en de Holocaust met haar man Abraham Drukker en twee kinderen heeft overleefd. Haar zus Evaline en haar broers Samuel en Alfred zijn echter met hun gezinnen tijdens de Sjoa vermoord.
Jacob woonde thuis bij zijn ouders; dat was vanaf eind Maart 1934 Blasiusstraat 120. Daar op de eerste en tweede etage woonden meerdere leden van de familie Dingsdag. In 1937 trok Jacob in bij zijn broer Mozes, die met zijn gezin op het Krugerplein 15 III woonde en waar twee etages lager toen óók zijn broers Joseph en Jonas woonden.
Nadat Jacob op 16 November 1938 was getrouwd, trok hij met zijn vrouw Henriette naar Noorderhagen 9 en Ledeboerstraat 58 in Enschede. Daar woonde de Henriette’s moeder en weduwe Rosa Helena Suiskind-Goedhart; haar man Samson Suiskind was al in 1936 overleden. Ook Jonas, die toen nog ongehuwd was, woonde daar eveneens voor enkele maanden bij in.
Jacob en Henriette vertrokken weer uit Enschede op 28 October 1939 naar Amsterdam waar zij woonruimte vonden in de 2e Oosterparkstraat 1 1-hoog. Hij was inmiddels werkzaam als perser. Jacob’s broer Jonas was al twee maanden eerder weer naar Amsterdam vertrokken.
Zeer waarschijnlijk hebben Jacob en Henriette in Juli 1942 gevolg gegeven aan de oproep voor de z.g. "Arbeitseinsatz". In de nacht van 16 op 18 Juli zijn zij naar Westerbork overgebracht en op 21 Juli 1942 gingen zij op transport naar Auschwitz. Bij aankomst aldaar zijn zij beiden als dwangarbeiders tewerkgesteld, maar het is niet bekend waar en welk “werk” zij daar hebben moeten doen.
Onder een zwaar regiem en inhumane omstandigheden moesten zij daar “werken”. Niet bekend is wanneer Jacob Dingsdag en Henriette Suiskind daar om het leven zijn gekomen. De Nederlandse autoriteiten hebben na de oorlog vastgesteld, mede op basis van getuigenissen van overlevenden en onderzoek, dat beiden na 30 September 1942 niet meer in leven zouden kunnen zijn. De Gemeente Amsterdam werd verzocht om voor hen een akte van overlijden op te maken, waarin is vastgesteld dat Jacob Dingsdag en zijn vrouw Henriette Suiskind op 30 September 1942 in Auschwitz zijn overleden.
Echter sinds de (incomplete) “Sterbebücher”, de overlijdensregisters van Auschwitz digitaal doorzoekbaar zijn is gebleken dat Jacob Dingsdag daar al op 7 September 1942 is vermoord. Van Henriette is geen werkelijke overlijdensdatum bekend. Op de website van het Joods Monument worden echter uitsluitend de officiële Nederlandse overlijdensdata vermeld, zoals die ook destijds in de Nederlandse Staatscourant zijn gepubliceerd.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Jacob Dingsdag, archiefkaarten van Jacob Dingsdag en Henriette Suiskind; woningkaarten Amsterdam/Krugerplein 15 en 2e Oosterparkstraat 1; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Jacob Dingsdag en Henriette Dingsdag-Suiskind; overlijdensaktes opgemaakt te Amsterdam, nr. 490 d.d. 20 Juli 1950 uit het A-register 42-folio 84 voor Jacob Dingsdag en akte nr. 51 d.d. 4 Augustus 1950 uit het A-register 45-folio 10 voor Henriette Suiskind.