Abraham Philips, diamantslijper.
Bij het archief van de diamantbewerkersbond vond ik meerdere kaarten van hem.
Er staat dat hij in juli 1900 invalide is geworden, en daar ook een uitkering voor gekregen heeft.
De jaren daarna was hij toch weer aan het werk. In 1902 en 1904 heeft hij nogmaals bedragen 'voor uitsluiting' ontvangen.
In het militie-register staat genoteerd: 'vrijgesteld wegens lichaamsgebreken'.
Ik denk dat hij een vriend van mijn overgrootvader Samuel Pijer was: hij was 2 jaar ouder dan hem, ze waren lid van dezelfde vakgroep en bovendien was hij getuige bij zijn huwelijk.